...5 ELEKTRISCHE INSTALLATIE
Waarschuwing:
• De apparatuur in dit systeem werkt op AC-
netspanning.
voorzorgsmaatregelen worden getroffen om de kans
op elektrische schokken te voorkomen.
Voorzichtig.
• Hoewel bepaalde instrumenten met een interne
zekering zijn uitgerust, moet door de installateur ook
een geschikte externe beveiliging in de vorm van een
zekering van 3 A of een miniatuurstroomonderbreker
(MCB) worden aangebracht.
• De elektrische verbindingen en bedrading moeten
aan de toepasselijke normen voldoen om het
gecertificeerde systeem de gewenste intrinsieke
veiligheid te bieden.
• De bedrading van de AC-ingang, die van de
intrinsiek veilige DC-uitgang en de niet-intrinsiek
veilige bedrading moeten allemaal gescheiden
worden gehouden.
Afb.
5.1
toont
de
bedradingsvoorschriften
gasanalysesysteem AK100, die zorgvuldig in acht moeten
worden genomen. Ook worden er kabelvoorschriften verstrekt,
die nauwgezet moeten worden nageleefd (zie sectie 5.2.1).
Na voltooiing van de bedrading moet worden gecontroleerd of
de aarde en de isolatie van alle stroomkringen voldoen aan de
lokaal geldende elektrische normen voor intrinsiek veilige
stroomkringen.
De afzonderlijke eenheden van het analysesysteem moeten
conform de beschrijving in sectie 5.1.1, 5.1.2 en 5.1.3 op elkaar
zijn aangesloten.
Bereikschakelaar
Klemnok
Bereikschakelaar
(alleen AK102)
Netvoedingszekeringen
(slechts 1 aangebracht
op AK103)
Randaarde-
aansluiting (TS1)
Driewegterminal-
blokken netvoeding
TB2 niet aangebracht
op AK103
Afb. 5.2 Locatie van componenten in behuizing (achteraanzicht) – display-eenheid, model AK102 en AK103
14
Er
moeten
passende
voor
TB1
TB3
1
L
N
E
TB4
TB2
Terminalblokken voor
TB4 niet aan-
conventionele stroom-
gebracht op AK103
kringen voor voeding
en signalen
5.1.1 Display-eenheid, model 6553 (afb. 5.2)
Voorzichtig. Er mogen geen andere verbindingen naar
de terminals in de gevarenzone (terminalblok TB5 &
TB6)
lopen
bedradingsschema van afb. 5.3. De toepasselijke
kabelvoorschriften moeten nauwgezet in acht worden
genomen.
Verwijder de behuizing van de achterkant van de eenheid om
toegang tot de terminalblokken te verkrijgen.
Breng elektrische verbindingen tot stand door de bedrading via
de bodem van de eenheid op de terminalblokken er direct boven
aan te sluiten (zie afb. 5.2).
De alarm- en signaaluitgangen op terminalblok TB3 & TB4
mogen naar behoefte worden aangesloten. Het aantal
beschikbare signaaluitgangen varieert al naar gelang de
desbetreffende 6553-uitvoering (zie afb. 5.3 voor details).
Sluit de bedrading aan in overeenstemming met de informatie in
het bedradingsschema van afb. 5.3 en sectie 5.1.
Zie afb. 5.4 voor de aansluitingen op display-eenheden die in
het
een box zijn gemonteerd.
Bovenste display-
eenheid type 4689
Nulafstelling voor katharometers
op afstand (slechts 1 aangebracht
op AK103)
Onderste display-eenheid
B1 B2
type 4689 (alleen AK102)
TB6 niet aangebracht
TB5 TB6
op AK103
Zenerdiode-veiligheidsbarrières.
Alleen barrière B1 aangebracht
16
op model AK103
Terminalblok (TB5 & TB6) voor nulafstellingspotentiometers
van katharometer. Intrinsiek veilige stroomkringen
dan
gespecificeerd
Zie vervolg op pagina 17.
in
het