A a n d e s l a g
Nadat de batterij is geplaatst, wordt de communicatorinterface opgestart. Het kan enige tijd duren voordat de
communicatorinterface is opgestart en klaar is voor gebruik. Zodra u Bureaublad ziet (de tekst
weergegeven in het display), kunt u doorgaan.
Tip: Als u de batterij hebt geplaatst maar de communicatorinterface start niet op, drukt u op de aan/uit-toets.
De batterij opladen
1. Sluit de lader aan op een stopcontact.
2. Sluit de netvoedingskabel aan op de onderzijde van de communicator.
indicator wordt actief in beide displays. Als de batterij helemaal leeg is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-
indicator zichtbaar wordt. Tijdens het opladen kan de communicator gewoon worden gebruikt.
3. De batterij-indicator geeft aan wanneer de batterij helemaal is opgeladen. Maak de lader eerst los van het apparaat en
vervolgens van het stopcontact.
Wanneer werking niet meer mogelijk is omdat het batterijniveau te laag is, schakelt het apparaat zichzelf uit. Als de
telefooninterface wordt uitgeschakeld, kan de communicatorinterface nog enige tijd actief blijven.
Alle geopende toepassingen vergroten de hoeveelheid energie die het apparaat verbruikt. Als u wilt controleren welke
toepassingen geopend zijn, drukt u op Menu en selecteert u
Het apparaat in- en uitschakelen
1. U schakelt het apparaat in door de aan/uit-toets ingedrukt te houden.
2. Als het apparaat naar een PIN- of beveiligingscode vraagt, voert u de code in en drukt u op OK.
3. U schakelt het apparaat uit door de aan/uit-toets ingedrukt te houden.
Tip: Wanneer u de telefoon inschakelt, wordt de SIM-kaartprovider mogelijk herkend en worden de juiste instellingen
voor tekstberichten, multimediaberichten, GPRS en internettoegang automatisch geconfigureerd. Als dat niet het geval
is, neemt u contact op met uw serviceprovider voor de juiste instellingen.
Nadat u de batterij hebt geplaatst, wordt eerst de communicatorinterface opgestart. U kunt de telefoon niet meteen inschakelen
na het plaatsen van de batterij. U moet wachten totdat de communicatorinterface volledig is opgestart. Zodra u Bureaublad
ziet (de tekst
Bureaublad
Tip: Als u de batterij hebt geplaatst maar de communicatorinterface start niet op, drukt u op de aan/uit-toets.
De communicatorinterface kan zonder de telefooninterface worden gebruikt wanneer er geen SIM-kaart is geplaatst of wanneer
het profiel
Off line
is geselecteerd.
Radio's
Het apparaat beschikt over een afzonderlijke GSM-radio en draadloze LAN-radio. Als u het apparaat uitschakelt door op de aan/
uit-toets op de klep van het apparaat te drukken, worden tevens beide radio's uitgeschakeld.
Als u het apparaat uitschakelt of het profiel Offline gebruikt, kunt u echter nog altijd een nieuwe verbinding met een wireless
LAN tot stand brengen. Zorg er derhalve voor dat u voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften bij het tot stand brengen
en gebruiken van een verbinding met een wireless LAN.
Zie 'Het profiel Offline instellen', p. 26.
Copyright © 2005 Nokia. All Rights Reserved.
en de datum worden weergegeven in het display), kunt u doorgaan.
Zie Fig. Toetsen en aansluitingen, p. 11.
.
9
Bureaublad
en de datum worden
De batterij-