Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

C o n f i g . s c h e r m
Proxyservernaam
— Typ het IP-adres van de proxyserver of de domeinnaam. Voorbeelden van domeinnamen zijn: bedrijf.com
en organisatie.org.
Poortnummer
— Het nummer van de proxypoort. Het poortnummer is gerelateerd aan het protocol. Standaardwaarden zijn
8000 en 8080, maar deze kunnen per proxyserver verschillen.
Geen proxy voor
— Definieer hier de domeinen waarvoor de HTTP- of HTTPS-proxy niet vereist is.
Tabblad WPA/WPA2
U kunt instellingen voor WPA- en WPA 2-verificatie (Wi-Fi Protected Access en Wi-Fi Protected Access 2) opgeven. Het netwerk
moet deze functie ondersteunen en overeenkomstige waarden moeten worden ingevoerd in het wireless LAN-toegangspunt.
Verificatiemodus
— Selecteer
selecteert, typt u het wachtwoord (ook wel mastersleutel genoemd) in het onderstaande veld. Dezelfde sleutel moet ook
worden ingevoerd in het wireless LAN-toegangspunt.
Alleen WPA2 gebruiken
gebruikt.
Tabblad EAP
U kunt diverse EAP-modules (Extensible Authentication Protocol) configureren die voor verificatie en gegevenscodering worden
gebruikt. Overeenkomstige waarden moeten worden ingevoerd in het wireless LAN-toegangspunt. EAP-verificatie is alleen
beschikbaar als u
WPA/WPA2
Raadpleeg de Help-functie van de communicator voor instructies over het bewerken van instellingen voor de EAP-module.
Tabblad WEP
U kunt maximaal vier WEP-sleutels maken. Overeenkomstige waarden moeten worden ingevoerd in het wireless LAN-
toegangspunt.
WEP-verificatie
— Selecteer
toegangspunt.
Gebruikte WEP-sleutel
Lengte sleutel #1
— Selecteer de juiste sleutellengte. Hoe meer bits zich in de sleutel bevinden, des te hoger het
beveiligingsniveau. WEP-sleutels bestaan uit een geheime sleutel en een 24-bits initialisatievector. Sommige fabrikanten
verwijzen naar de 104-bits sleutel als een 128-bits sleutel (104+24). Beide sleutels bieden hetzelfde coderingsniveau en zijn
derhalve onderling uitwisselbaar.
Type sleutel #1
— Selecteer of u de WEP-sleutelgegevens in hexadecimale notatie (HEX) of in tekstvorm (ASCII) wilt invoeren.
Gegevens sleutel #1
— Voer de WEP-sleutelgegevens in. Het aantal tekens dat u kunt invoeren, hangt af van de sleutellengte
die u hebt gekozen. Sleutels die bijvoorbeeld 40 bits lang zijn, bestaan altijd uit 5 alfanumerieke tekens of 10 hexadecimale
tekens.

EAP-modules

EAP-modules worden in een wireless LAN gebruikt om draadloze apparaten en verificatieservers te verifiëren.
Het netwerk moet deze functie ondersteunen.
De EAP-SIM-instellingen wijzigen
Als u EAP-SIM-verificatie wilt gebruiken, moet de telefoon zijn ingeschakeld en moet in de communicator een geldige SIM-kaart
zijn geïnstalleerd.
Als u EAP-SIM-instellingen voor het internettoegangspunt wilt wijzigen, selecteert u
een wireless LAN-internettoegangspunt in de lijst en selecteer
in de lijst en druk op Configureren.
Definieer de volgende instellingen:
Handmatige gebruikersnaam
wanneer de server vereist dat de gebruiker de initiële identificatie uitvoert met een vooraf gedefinieerde gebruikersnaam,
bijvoorbeeld met een Windows-gebruikersnaam. Als u
willekeurige gebruikersnaam gegenereerd voor initiële identiteitsrespons.
Handmatig domein
— Deze instelling heeft prioriteit boven het domein van de initiële identiteitsrespons wanneer de server
vereist dat de gebruiker de initiële identificatie uitvoert met een vooraf gedefinieerd domein. Als u
domein afgeleid van de IMSI (International Mobile Subscriber Identity).
Privacy door pseudoniem
identiteit voorkomt dat de IMSI van de gebruiker wordt verzonden.
Max. nieuwe verificaties
draadloze apparaat verzendt waarmee de komende verificaties kunnen worden versneld. U kunt opgeven hoe vaak één
verificatiemechanisme kan worden gebruikt totdat volledige verificatie moet worden uitgevoerd. Als de mechanismen voor
hernieuwde verificatie te vaak worden gebruikt, kan de beveiliging in gevaar komen omdat de SIM-kaart niet wordt gebruikt
bij hernieuwde verificatie.
Copyright © 2005 Nokia. All Rights Reserved.
EAP
als u een EAP-module voor verificatie wilt gebruiken. Als u
— Als u
Vragen
selecteert, wordt met dit internettoegangspunt uitsluitend WPA2-beveiliging
of
802.1X
hebt geselecteerd als beveiligingsmodus.
Openen
of
Gedeeld
— Selecteer de WEP-sleutel die u wilt gebruiken bij het internettoegangspunt dat u maakt.
— Deze instelling heeft prioriteit boven de gebruikersnaam bij de initiële identiteitsrespons
— De EAP-SIM kan de server een pseudoniem laten verzenden voor toekomstige verificaties. Deze
— De EAP-SIM kan ervoor zorgen dat de server een identiteit voor hernieuwde verificatie naar het
als wijze van verificatie tussen het draadloze apparaat en het wireless LAN-
Bewerken
> Geavanc.. Open het tabblad EAP. Selecteer EAP-SIM
Ja
selecteert maar het veld
77
Vooraf gedeelde sleutel
Verbindingen
Instellen
>
Gebruikersnaam
leeglaat, wordt een
Nee
selecteert, wordt het
internet. Selecteer

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave