W e r k b l a d
Als u de volgorde van cellen wilt wijzigen, selecteert u de cellen, drukt u op Menu en selecteert u
naar beneden
of
Van links naar
Hoofdlettergevoelig
als u op hoofdletters wilt sorteren. Als u meerdere rijen of kolommen hebt geselecteerd, gaat u naar het
tweede of derde tabblad om de volgende kolom of rij te sorteren.
Als u een functie in een geselecteerde cel wilt invoegen, drukt u op
om berekeningen te automatiseren. U kunt kiezen uit verschillende functiecategorieën. Elke categorie bevat een reeks functies.
Met MIN wordt bijvoorbeeld de laagste waarde in de numerieke inhoud van een geselecteerd cellenbereik gezocht, met AVERAGE
wordt het gemiddelde van de waarden berekend en met SUM worden de waarden opgeteld. Nadat u de cellen hebt geselecteerd,
drukt u op Gereed. De functie wordt ingevoegd in de geselecteerde werkbladcel. Druk in het werkblad op Puntverwijzing,
selecteer met Shift+joystick de cellen waarop u de functie wilt toepassen en druk op
Voorbeeld: U wilt de getallen in cel C2 tot en met C6 optellen en het resultaat weergeven in cel C7. Selecteer cel C7 en
druk op
Functie
met Shift+joystick het cellenbereik C2 tot en met C6 en druk op OK. De som verschijnt in cel C7.
Als u cellen wilt benoemen, selecteert u de gewenste cellen, drukt u op Menu en selecteert u
Voer de naam voor de cel of het cellenbereik in. De coördinaten van de cellen die u in het werkblad hebt geselecteerd, worden
automatisch ingevoegd in het veld Waarde. U kunt nieuwe coördinaten invoeren om de celselectie te wijzigen. U kunt ook cijfers
of letters invoeren voor gebruik in verschillende functies.
Tip: U kunt celnamen gebruiken om het berekenen van functies doorzichtiger te maken. Zo kunt u bijvoorbeeld cellen
met de namen Huur en Levensonderhoud aftrekken van een cel met de naam Salaris wanneer u wilt berekenen welk
bedrag na aftrek van de vaste kosten overblijft voor vakanties.
Grafiekbladen maken en wijzigen
Grafiekbladen bevatten grafieken op basis van gegevens in werkbladen. Wanneer u de gegevens in een werkblad wijzigt, wordt
de grafiek automatisch bijgewerkt.
Als u een grafiekblad wilt maken, selecteert u de werkbladcellen met de gegevens die u in de grafiek wilt opnemen, drukt u op
Menu en selecteert u
Invoegen
moet worden, wijzig de achtergrondkleur en de askleur of voeg een titel aan de grafiek toe.
Als u het cellenbereik waarop de grafiek is gebaseerd wilt wijzigen, drukt u op
waarop de grafiek is gebaseerd en drukt u op OK. Selecteer een nieuw cellenbereik, druk op Menu en selecteer
Werkbladen/grafieken. Selecteer het grafiekblad en druk op OK. Druk vanuit het grafiekblad op Menu en selecteer
Gegevens
vervangen. Druk op
Als u grafiekbladgegevens wilt vervangen, drukt u op
in het werkblad en druk op OK. Druk op Menu en selecteer
Als u het algemene uiterlijk van een grafiek wilt wijzigen, drukt u op Grafiekopties. U kunt het grafiektype selecteren, de grafiek
driedimensionaal maken en de achtergrondkleur en askleur wijzigen. Verder kunt u de titel wijzigen die in de grafiek wordt
weergegeven.
Als u een grafiek in detail wilt opmaken, drukt u op
op Enter om een dialoogvenster te openen waarin u de relevante instellingen kunt wijzigen.
Tip: U kunt grafiekbladobjecten ook selecteren door op Tab te drukken.
Als u wilt overschakelen naar een ander grafiekblad in dezelfde werkmap, drukt u op
druk op OK.
Als u een grafiekblad wilt verwijderen, drukt u op Menu en selecteert u
Lijst van functies
Functies worden gebruikt om berekeningen te automatiseren.
ABS(getal)
ACOS(getal)
ADDRESS(rij, kolom,alinea,A1,paginanaam)
ASIN(getal)
ATAN(getal)
ATAN2 (x_getal,y_getal)
AVERAGE(getal1,getal2,...)
Copyright © 2005 Nokia. All Rights Reserved.
rechts. Selecteer de sorteerrichting op het tabblad
invoegen. Selecteer de functie SUM, druk op
Nieuwe
grafiek. Selecteer het grafiektype, geef op of de grafiek twee- of driedimensionaal
>
Bereiken vervangen
Functie invoegen
OK
en druk op Gereed. Druk op Puntverwijzing, selecteer
om de wijziging te bevestigen.
Werkblad
grafiek. Selecteer het werkblad en druk op OK. Wijzig de gegevens
Beeld
> Werkbladen/grafieken. Selecteer de grafiek en druk op OK.
Selecteer
object. Selecteer het object dat u wilt wijzigen en druk op OK. Druk
Grafiek
Zie 'Werken met cellen', p. 51.
Geeft als resultaat de absolute waarde van een getal.
Berekent de boogcosinus van een getal.
Geeft als resultaat een verwijzing naar een rij in een tabel.
Berekent de boogsinus van een getal.
Berekent de boogtangens van een getal.
Berekent de boogtangens van x- en y-coördinaten.
Berekent het gemiddelde van de argumenten.
52
Extra
>
1e kolom
of
1e rij
en selecteer
in het werkblad. Functies worden gebruikt
OK .Zie 'Lijst van functies', p. 52.
Invoegen
>
Werkblad
grafiek, selecteert u het werkblad
Werkblad
grafiek. Selecteer de grafiek en
Grafiek
verwijderen.
>
Sorteren
Van boven
>
Ja
in het veld
Naam
> Toevoegen.
Beeld
>
Extra
>