Voorbeeld:
Werkbreedte:
Afgifte:
400 kg/ha
Rijsnelheid:
10 km/h
Positie:
?
-
De
linker
gemiddelde waarde instellen, b.v. 25.
-
Uit de tabel (Fig. 32/1) voor de
gewenste werkbreedte 18 m
noodzakelijke meettraject 27,75 m
aflezen.
I
Bij de afdraaiproef bedraagt
het gestrooide oppervlak
•
tot 23 m werkbreedte 1/40
ha.
•
voor werkbreedten boven
24 m 1/20 ha.
-
Op het perceel het meettraject exact
uitzetten en de begin en eindpunten
duidelijk markeren.
-
De strooier gereed maken voor de
afdraaiproef.
-
Afdraaiproef uitvoeren.
-
Het meettraject van begin tot
einde exact afrijden, d.w.z. met
een constante rijsnelheid van 10
km/uur
aftakastoerental van 540 min
voor de strooischotels (mits in de
strooitabel voor de betreffende
werkbreedte
aangegeven). Hierbij de linker
doseerschuif
beginpunt van het meettraject
openen
en
dichtzetten
-
Opgevangen hoeveelheid kunstmest
wegen, b.v. 12,5 kg.
Instellingen
18 m
stelhendel
op
en
constant
niet
anders
exact
op
bij
het
eindpunt
I
Bij werkbreedten boven de 24
m,
hoeveelheid
halveren (b.v. 25 kg = 25 kg/2
= 12,5 kg) en met dit getal de
schuivenstand berekenen.
-
Rekenschuif in de hand nemen. Op
een
schaalverdeling
opgevangen hoeveelheid, de waarde
(Fig. 31/A) opzoeken en bij de
het
gekleurde schaalverdeling (Fig. 31/3)
de stand van de doseerschuiven
(positie) 25 (Fig. 31/B) boven de
stand
hoeveelheid draaien
-
De
gewenste
(Fig. 31/C) opzoeken en hierbij de
overeenkomstige
doseerschuiven
(Fig. 31/D) aflezen.
-
Stand doseerschuif op (positie) 23
instellen
F
Het is aan te bevelen met
deze berekende positie een
nieuwe afdraaiproef uit te
voeren.
-1
is
het
de
opgevangen
kunstmest
(Fig.
31/2
van
de
opgevangen
afgifte
400
stand
(positie)
DB 567. 08.03
59
voor
kg/ha
van
de
23