ALARM: 16: Kortsluiting
Er is kortsluiting op de motorklemmen of in de
motor zelf. Ontkoppel de frequentieomvormer van
de netvoeding en hef de kortsluiting op.
WAARSCHUWING/ALARM 17: Seriële
communicatie onderbreking
Er is geen seriële communicatie met de
frequentieomvormer. De waarschuwing is alleen actief
wanneer parameter 514 Bus-onderbrekingsfunctie
anders is ingesteld dan op OFF. Als parameter 514
Bus-onderbrekingsfunctie is ingesteld op Stop en
uitschakelen [5], zal eerst een waarschuwing worden
gegeven waarna een uitloop tot uitschakeling volgt,
terwijl een alarm wordt gegeven. Parameter 513
Bus-onderbreking kan mogelijk worden verhoogd.
WAARSCHUWING/ALARM 18: HPFB-bus
onderbreking
Er is geen seriële communicatie met de
communicatie-optiekaart van de frequentie-omvormer.
De waarschuwing zal alleen actief zijn wanneer
parameter 804 Bus-onderbrekingsfunctie anders
is ingesteld dan op OFF. Als parameter 804
Bus-onderbrekingsfunctie is ingesteld op Stop en
uitschakelen, zal eerst een waarschuwing worden
gegeven waarna uitloop tot uitschakeling volgt,
terwijl een alarm wordt gegeven. Parameter 803
Bus-onderbreking kan mogelijk worden verhoogd.
WAARSCHUWING 33: Buiten frequentiebereik
Deze waarschuwing is actief wanneer de
uitgangsfrequentie Output frequency low limit
(parameter 201) of Output frequency high
limit (parameter 202) heeft bereikt. Als de
frequentieomvormer in Procesregeling, gesloten
loop (parameter 100) is, zal de waarschuwing actief
zijn op het display. Als de frequentieomvormer in
een andere modus is dan Procesregeling, gesloten
loop, zal bit 008000 Buiten frequentiebereik in het
uitgebreide statuswoord actief zijn, maar zal geen
waarschuwing op het display verschijnen.
WAARSCHUWING/ALARM 34: HPFB-
communicatiefout
Communicatiefout doet zich alleen voor in
Fieldbus-versies. Zie voor alarmtype parameter
953 in de fieldbus-literatuur.
ALARM 35: Fout bij het op spanning brengen
Dit alarm verschijnt wanneer de frequentieomvormer
te vaak binnen één minuut op de netvoeding
werd aangesloten.
WAARSCHUWING/ALARM 36: Overtemperatuur
Als de temperatuur in de voedingsmodule hoger
wordt dan 75 - 85 °C (afhankelijk van de eenheid),
76
VLT
geeft de frequentieomvormer een waarschuwing
en blijft de motor gewoon doordraaien. Als
de temperatuur blijft doorstijgen, wordt de
schakelfrequentie automatisch gereduceerd. Zie
Temperatuurafhankelijke schakelfrequentie.
Als de temperatuur in de voedingsmodule hoger
wordt dan 92 - 100 °C (afhankelijk van de eenheid),
wordt de frequentieomvormer uitgeschakeld. De
temperatuurfout kan niet gereset worden totdat
de temperatuur onder de 70 °C is gezakt. De
tolerantie is ± 5 °C. De overtemperatuur kan
de volgende oorzaken hebben:
- Te hoge omgevingstemperatuur.
- Te lange motorkabel.
- Te hoge netspanning.
ALARM 37-45: Interne fout
Neem contact op met Danfoss als een van de
volgende fouten optreedt.
Alarm 37, interne fout nummer 0: Communication
fault between control card and BMC.
Alarm 38, interne fout nummer 1: Flash EEPROM
fault on control card.
Alarm 39, interne fout nummer 2: RAM fault
on control card.
Alarm 40, interne fout nummer 3: Calibration
constant in EEPROM.
Alarm 41, interne fout nummer 4: Data
values in EEPROM.
Alarm 42, interne fout nummer 5: Fault in
motor parameter database.
Alarm 43, interne fout nummer 6: General
power card fault.
Alarm 44, interne fout nummer 7: Minimum software
version of control card or BMC.
Alarm 45, interne fout nummer 8: I/O fault (digital
input/output, relay or analog input/output).
NB!:
Tijdens het opnieuw opstarten na een alarm
38-45, zal de frequentieomvormer een alarm
37 weergeven. In parameter 615 kan de
actuele alarmcode gelezen worden.
ALARM 50: AMA niet mogelijk
Een van de volgende drie mogelijkheden
kan zich voordoen:
- De berekende R
S
toegestane begrenzingen.
MG.28.A9.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
Serie 2800
-waarde valt buiten de