100%. 100% komt overeen met 50% reductie van de
U/F-verhouding. De standaardwaarde is UIT.
119 Hoog startkoppel
(HIGH START TORQ.)
Waarde:
0,0 - 0,5 s
Functie:
Om een hoog startkoppel te garanderen, is ongeveer
1,8 x I
gedurende max. 0,5 s toegestaan. De
INV.
stroom wordt echter beperkt door de limietwaarde
van de frequentie-omvormer (inverter). 0 s
betekent geen hoog startkoppel.
Beschrijving van de keuze:
Stel de tijd in waarvoor een hoog startkoppel gewenst is.
120 Startvertraging
(START DELAY)
Waarde:
0,0 - 10,0 s
Functie:
Met deze parameter kan de start vertraagd worden
nadat de startvoorwaarden zijn vervuld. Wanneer
de tijd verstreken is, start de uitgangsfrequentie met
een aanloop tot de referentiewaarde.
Beschrijving van de keuze:
Stel de tijd in waarna begonnen moet worden
met de versnelling.
121 Startfunctie
(START FUNCTION)
Waarde:
DC hold during start delay time
(DC HOLD/DELAY TIME)
DC brake during start delay time
(DC BRAKE/DELAY TIME)
Coasting during start delay time
(COAST/DELAY TIME)
Start frequency/voltage clockwise
(CLOCKWISE OPERATION)
Start frequency/voltage in reference direction
(VERTICAL OPERATION)
Functie:
Hier wordt de gewenste status tijdens de startvertraging
(parameter 120 Start delay time) gekozen.
= standaardinstelling. () = display-tekst [] = waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.28.A9.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Beschrijving van de keuze:
Selecteer DC hold during start delay time [0]
om de motor gedurende de startvertraging een
DC-stilstandstroom te geven. Stel de spanning in
in parameter 137 DC hold voltage .
Selecteer DC brake during start delay time [1]
om de motor gedurende de startvertraging een
0,0 s
DC-remspanning te geven. Stel de spanning in
in parameter 132 DC brake voltage.
Selecteer Coasting during start delay time [2];
de motor zal gedurende de startvertraging niet
door de frequentie-omvormer bestuurd worden
(inverter uitgeschakeld).
Selecteer Start frequency/voltage clockwise [3]
om gedurende de startvertraging de in parameter
130 Start frequency en parameter 131 Voltage
beschreven functie te verkrijgen.
De uitgangsfrequentie is altijd gelijk aan de instelling
van parameter 130 130 Start frequency en de
uitgangsspanning komt overeen met de instelling van
parameter 131 Voltage at start, onafhankelijk van
de waarde van het referentiesignaal. Deze functie
0,0 s
wordt bijvoorbeeld gebruikt bij hijstoepassingen.
Ze wordt met name gebruikt in toepassingen met
een conische ankermotor, waarbij de rotatierichting
aanvankelijk met de klok mee moet zijn, gevolgd
door een rotatie in de referentierichting.
Selecteer Start frequency/voltage in reference direction
[4] om gedurende de startvertraging de in parameter
130 Start frequency en 131 Voltage at start te verkrijgen.
De rotatierichting van de motor volgt altijd de
referentierichting. Als het referentiesignaal gelijk is aan
0, zal de uitgangsfrequentie gelijk zijn aan 0 Hz, terwijl
de uitgangsspanning overeenkomt met de instelling van
parameter 131 Voltage at start. Als het referentiesignaal
niet gelijk is aan nul, zal de uitgangsfrequentie
gelijk zijn aan parameter 130 Start frequency en
de uitgangsspanning zal gelijk zijn aan parameter
131 Voltage at start. Deze functie wordt in de regel
[0]
gebruikt voor hijstoepassingen met tegengewicht.
Ze wordt met name gebruikt in toepassingen met
[1]
een conische ankermotor. De conische ankermotor
kan aanlopen met behulp van parameter 130 Start
[2]
frequency en parameter 131 Voltage at start.
[3]
[4]
®
VLT
Serie 2800
23