kunnen de referentiesignalen echter lokaal via het
bedieningspaneel worden gegeven.
Op de stuurklemmen blijven de volgende
stuursignalen actief wanneer de handmatige
modus wordt geactiveerd:
•
Hand Start (LCP2)
•
Off Stop (LCP2)
•
Auto Start (LCP2)
•
Reset
•
Coasting Stop Inverse
•
Reset and Coasting Stop Inverse
•
Quick Stop Inverse
•
Stop Inverse
•
Reversing
•
DC Braking Inverse
•
Setup Select LSB
•
Setup Select MSB
•
Thermistor
•
Precise Stop Inverse
•
Precise Stop/Start
•
Jog
•
Stop Command Via Serial Comm.
Schakelen tussen automatische en
handmatige modus:
Door de toets [Change Data] in [Display Mode]
te activeren, geeft het display de modus van
de frequentie-omvormer weer.
Blader naar boven of beneden om naar de
handmatige modus te schakelen:
In de handmatige modus geeft het display
het volgende weer:
en kan de referentie met de volgende toetsen
worden gewijzigd:
NB!:
Let op: parameter 020 kan het kiezen
van de modus blokkeren.
Automatische aanpassing motorgegevens
Automatische aanpassing van de motorgegevens (AMT
- Automatic Motor Tuning) wordt als volgt uitgevoerd:
10
VLT
1. Stel parameter 107 Automatische aanpassing
motorgegevens in op datawaarde [2]. "107"
knippert nu en "2" knippert niet.
2. AMT wordt geactiveerd door op start te drukken.
"107" knippert nu en in het dataveld bewegen
streepjes van links naar rechts.
3. Wanneer "107" opnieuw verschijnt met de
datawaarde [0] is AMT compleet. Druk op
[STOP/RESET] om de motorgegevens op te slaan.
4. "107" blijft knipperen met de datawaarde
[0]. U kunt nu verdergaan.
NB!:
VLT 2880-2882-eenheden beschikken niet
over een AMT-functie.
MG.28.A9.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
Serie 2800