21. Basisinformatie voor het besturen van de
Quadrocopter in para-modus
Voordat u uw model in bedrijf neemt, moet u eerst kennis maken met de besturingsopties die beschikbaar zijn in de
para-modus om het model veilig te kunnen bedienen. In tegenstelling tot de skater-modus, waar de linkerkant van
de piloot naar voren was gericht, is de voorwaartse richting nu identiek aan de kijkrichting van de piloot. Hierdoor
verandert de bewegingsrichting van de quadrocopter in de besturing van de nick- and rolfunctie.
Zelfs als er niets is veranderd in de besturing van de pitch- en gierfunctie in vergelijking met de skater-modus, worden
de twee besturingsfuncties opnieuw weergegeven voor een beter begrip.
Hoogtefunctie
Met behulp van de pitch-functie wordt de vlieghoogte van de quadrocopter beïnvloed (zie afbeelding 8). De besturing
vindt plaats met de linker stuurknuppel (zie ook afbeelding 1, pos. 13).
Als de motoren op afstand worden gestart, dan draaien ze in vrijloop. Als de stuurknuppel nu vanuit de middelste
positie naar voren wordt geschoven en teruggaat naar de middelste positie, stijgt de quadrocopter op en zweeft hij
over het startpunt.
Als de stuurknuppel vanuit de middelste positie verder naar voren wordt geschoven, stijgt de quadrocopter (zie
donkere pijlen in afbeelding 7). Wanneer de stuurknuppel wordt teruggetrokken, daalt de quadrocopter (zie heldere
pijl in afbeelding 21).
Afbeelding 21
29