c) De quadrocopter inschakelen
De ontvanger en zender moeten dezelfde digitale codering (koppeling) hebben, zodat de ontvanger in de quadcopter
op de signalen van de zender kan reageren. Daarom is het belangrijk dat u de inschakelprocedure overeenkomstig
de volgende beschrijving uitvoert.
Plaats met een volledig opgeladen de quadrocopter op een vlakke ondergrond.
Schuif de aan-/uitschakelaar (1) aan de achterkant van de
quadrocopter naar de linkerpositie "ON". De blauwe LED's
op het voorpaneel en de groene LED's aan de achterkant
van de quadrocopter knipperen langzaam.
Plaats de omschakelaar voor de skater-modus/para-mo-
dus (zie afbeelding 1, pos. 15) in de gewenste positie op
de zender.
Schakel aansluitend de zender in met de aan-/uitknop
(10).
Beweeg voor de pitch- en gierfunctie (13) de stuurknup-
pel naar voren (heldere pijl in afbeelding 6), vervolgens
volledig naar achteren (donkere pijl in afbeelding 6) en
aansluitend terug naar de middelste positie.
De vier LED's in de quadrocopter beginnen te knipperen,
wat het verbindingsproces aangeeft.
Na een succesvolle verbinding lichten de blauwe en groe-
ne LED's op in de quadrocopter en de twee rode LED's in
de zender permanent.
De quadrocopter is nu klaar om te starten.
Belangrijk!
Tijdens de inschakelprocedure mag er zich
geen tweede 2,4 GHz-zender in de onmiddel-
lijke nabijheid bevinden. De quadrocopter mag
bij de inschakelprocedure niet worden bewo-
gen of gedraaid.
Om de quadrocopter weer uit te schakelen, schuift u de aan-/uitschakelaar op de quadrocopter naar de
positie "OFF" en schakelt u vervolgens de zender uit.
Afbeelding 6
15