12. Praktische vliegtips voor de start
Zelfs als het model zeer wendbaar is, raden wij voor de eerste vliegproeven een vrij gebied van min. 3 x 3 m te
zoeken.
Als u de eerste vlucht in de openlucht uitvoert, moet er absolute windstilte zijn.
Ga precies achter de quadrocopter staan. Zolang de rechterkant van de piloten naar u wijst en u uw model van
achteren ziet, reageert de quadrocopter vanuit uw gezichtsveld op de besturingsbevelen rechts, links, heen en weer,
precies zoals u het aan de zender bestuurt. Als de linkerkant van de piloot naar u wijst, reageert deze vanuit uw
gezichtsveld in precies de tegenovergestelde richting dan dat u het aan de zender bestuurt.
Laat de quadrocopter na de start tot ooghoogte opstijgen. Zo kan de vliegpositie optimaal worden herkend en vliegt
de quadrocopter duidelijk stabieler dan vlak bij de grond. Als de quadrocopter zo laag vliegt dat de door de propellers
naar onder geblazen lucht tot de grond reikt, is de vliegpositie duidelijk minder stabiel.
Opgelet, belangrijk!
Mocht de propellers op voorwerpen stoten en geblokkeerd worden, schuif de pitch-knuppel meteen in de
onderste positie, zodat de getroffen aandrijfmotoren niet langer van stroom voorzien worden.
Probeer nooit om de vliegende quadrocopter met de hand te grijpen. Er bestaat verhoogd gevaar op letsel!
Als de vier LED's op de quadrocopter beginnen te knipperen, heeft de vliegaccu zijn laagste spanningsgrens bereikt.
Onderbreek de vlucht in dit geval onmiddellijk en laad de vliegaccu weer op, om een voor de vliegaccu schadelijke
diepe ontlading te vermijden.
Als u de quadrocopter buiten gebruikt, let dan op de vliegafstand. Hoe verder de quadrocopter van u af is, hoe slechter
de herkenning van de vluchtpositie. Bovendien heeft de zender slechts een beperkt bereik (zie technische gegevens).
Schakel de zender nooit uit, zolang de quadrocopter vliegt.
19