18. Flipfunctie
In de skater-modus kan de quadrocopter zijwaarts salto's (flips) vliegen. U moet de eerste flips bij windstilte buiten
vliegen. Laat daartoe de quadcopter opstijgen tot een veilige hoogte van ong. 2 m en laat deze vervolgens op zijn
plaats zweven.
Om de zender in de salto-modus te schakelen, drukt u
kort op de drukknop voor de flipfunctie (zie ook afbeelding
1, positie 2).
Om aan te geven dat de zender in de flip-modus is ge-
schakeld, geeft deze continu korte signaaltonen af en
knipperen de twee LED's in de zender.
Beweeg nu de stuurknuppel voor de nick- en rolfunctie
(zie ook afbeelding 1, pos. 4) snel naar rechts of links en
breng deze onmiddellijk terug naar de middelste positie.
De quadrocopter zal de hoogte iets verhogen en vervol-
gens de salto in de gewenste richting uitvoeren. Na de
zijwaartse salto zal hij weer in zweefvlucht overgaan.
Om een volgende salto te kunnen vliegen, moet er op-
nieuw op de druktoets voor de flipmodus worden gedrukt.
De flipfunctie is alleen mogelijk in skater-modus. Als de LED's in de quadcopter knipperen en dus het
lagere spanningsniveau van de vliegaccu aangeven, is de flipfunctie gedeactiveerd.
19. Vliegen in automatische modus
De zender biedt de mogelijkheid om de quadrocopter automatisch twee verschillende vliegende figuren te laten
vliegen met één druk op de knop.
Belangrijk!
Voordat u een automatisch vliegfiguur start, moet u ervoor zorgen dat er voldoende ruimte aanwezig is voor
de vliegfiguren. Anders stuit de quadrocopter tegen een obstakel.
26
Afbeelding 17