13. Kalibratie van de positiesensors
U moet voordat u de quadcopter start de positiesensors kalibreren. Daardoor wordt verzekerd dat de quadcopter
rustig op zijn plaats zweeft en niet automatisch en zonder besturingsopdracht in een richting vliegt.
Ga daarbij als volgt te werk:
Zet daarna de bedrijfsklare quadrocopter op een vlakke, horizontale ondergrond.
Schakel eerst de quadrocopter en vervolgens de zender in. Beweeg de linker stuurknuppel heen en weer om de
quadrocopter startklaar te maken.
De leds op de quadcopter en zender moeten constant branden.
Beweeg aansluitend de linker stuurknuppel (zie ook af-
beelding 1, pos. 11) naar rechtsonder en de rechter stuur-
knuppel (zie ook afbeelding 1, pos. 5) naar linksonder.
Houd de twee stuurknuppels in deze positie.
De zender geeft een signaaltoon af en de LED's op de
zender knipperen 2 maal. Tegelijkertijd beginnen de LED's
in de quadrocopter te knipperen.
Als de LED's in de quadrocopter weer permanent oplich-
ten, is de kalibratie voltooid en kunnen de stuurknuppels
worden teruggezet naar de middelste positie.
Afbeelding 11
20