Rondvlieg-functie
Als de rondvlieg-functie wordt geactiveerd, vliegt de quadrocopter automatisch twee grote cirkels tegen de klok in. Na
voltooiing van de twee cirkels zweeft de quadrocopter weer ter plaatse (zie schets in afbeelding 18).
Om de rondvlieg-functie te activeren, drukt u op de zender op de knop voor de rondvlieg-functie (zie ook afbeelding
1, pos. 9). De zender geeft een signaaltoon af en de quadrocopter begint de rondvlucht. Door op de stuurknuppels
te drukken voor de nick- en rolfunctie (zie ook afbeelding 1, pos. 4) kan de automatische rondvlucht op elk gewenst
moment worden gestopt.
Slalom-functie
Als de slalomfunctie wordt geactiveerd, vliegt de quadrocopter een bepaalde afstand in een zigzagbaan (zie schets
in figuur 19).
Om de slalomfunctie te activeren, drukt u op de zender op de knop voor de slalomfunctie (zie ook afbeelding 1, pos.
8). De zender geeft een signaaltoon af en de quadrocopter begint de slalomvlucht. Door op de stuurknuppels te
drukken voor de nick- en rolfunctie (zie ook afbeelding 1, pos. 4) kan de automatische slalomvlucht op elk gewenst
moment worden gestopt.
Let op:
De bewegingsrichting van de quadrocopter bij de automatisch gestuurde vliegfiguren is altijd zoals getoond
in figuren 18 en 19. Hierbij speelt het geen rol of het model in skater-modus of in para-modus wordt gebruikt
(zie volgend hoofdstuk).
Afbeelding 18
Afbeelding 19
27