5.2 Routineonderhoud
De DDU-120-AED is ontworpen voor minimaal onderhoud. Eenvoudige onderhoudstaken moeten
regelmatig worden uitgevoerd om de betrouwbaarheid te waarborgen (zie voorbeeld van volgende
onderhoudstabel). Afwijkende onderhoudsintervallen kunnen van toepassing zijn, afhankelijk van de
omgeving waarin de AED wordt toegepast. En uiteindelijk vindt het onderhoudsprogramma plaats naar
goeddunken van het hoofd van de noodhulpverlening.
Dagelijks
Maandelijks
•
Opmerking: Als de eenheid is gevallen, verkeerd gehanteerd of misbruikt is, moet er een handmatig
gestarte zelftest worden uitgevoerd.
5.2.1 De actieve statusindicator ("ASI") controleren
De actieve statusindicator ("ASI") bevindt zich rechtsboven op de AED en geeft de operationele status
van de eenheid weer. Dit lampje knippert van tijd tot tijd groen om aan te geven dat de eenheid volledig
functioneel is. Als de ASI rood knippert of in het geheel niet knippert, heeft de AED aandacht nodig.
Steeds als de ASI rood knippert, laat de eenheid geregeld een "piep" horen om de aandacht te trekken.
Als de ASI helemaal niet knippert, is de meest waarschijnlijke oorzaak dat het batterijpak moet worden
vervangen. Als de ASI nog steeds niet knippert nadat een nieuw batterijpak is geplaatst, is de
DDU-120-AED niet operationeel en heeft de AED onderhoud nodig.
Als de ASI rood knippert, moet u de AED inschakelen. Als het apparaat niet ingeschakeld wordt of
niet spreekt, dan is de AED niet-operationeel en heeft het service nodig. Als de eenheid wel wordt
ingeschakeld, geven de gesproken instructies aan wat de aard van het probleem is wanneer de AED
wordt uitgeschakeld.
Na elk gebruik
•
•
•
•
•
•
•
•
Actie
Controleer of de actieve statusindicator (ASI) groen
knippert.
Controleer de toestand van het apparaat en de
accessoires
Voer een manueel gestarte zelftest uit
Vervang de elektroden
Controleer de vervaldatum van de elektroden en het
batterijpak
Controleer de DDC-kaart, indien geïnstalleerd
29
DAC-E570-NL-DA