Als de elektrodenverpakking niet onmiddellijk hoeft te worden gebruikt,
kan deze vervolgens worden opgeborgen in het hiervoor bestemde
opbergvak aan de achterkant van de AED. Nadat de elektrodenconnector
op de eenheid is aangesloten, steekt u de elektrodenverpakking, met de
afbeeldingen op de verpakking naar boven en buiten en de ronde kant naar
voren, in de elektrodenhouder aan de achterkant van de AED. Wanneer de
elektrodenverpakking goed is geplaatst, drukt u de elektrodenkabel in de
uitsparing aan de achterkant van de eenheid om de kabel op zijn plaats te
houden en steekt u de overtollige kabel achter de elektrodenverpakking.
4.4.5 Elektroden aanbrengen op de patiënt
Volg de onderstaande procedure om de defibrillatie-elektroden aan te brengen op de patiënt:
1. Scheur de elektrodenverpakking open langs de stippellijn bovenaan de verpakking.
2. Haal de elektroden uit de verpakking en volg de aanwijzingen en het diagram op de verpakking
voor de juiste plaatsing van de elektroden.
3. Trek de beschermlaag van een van de elektroden af voordat u deze aanbrengt, zoals afgebeeld in
het diagram op de elektrode. Trek de beschermlaag er pas af wanneer de elektrode klaar is om
op de patiënt geplaatst te worden.
4. Plaats de elektrode met de kleverige kant op de huid van de patiënt.
5. Herhaal stap 3 en 4 om de andere elektrode op de patiënt te plaatsen.
De juiste plaatsing van de elektroden (hieronder afgebeeld) is essentieel voor effectieve analyse van
het hartritme van de patiënt en daaropvolgende schoktoediening (indien noodzakelijk). De plaatsing van
de elektroden op baby's of kinderen jonger dan 8 jaar of lichter dan 25 kg (55 pounds) verloopt anders
dan bij volwassenen en kinderen van 8 jaar of ouder of zwaarder dan 25 kg (55 pounds). Als u niet zeker
bent van de leeftijd of het gewicht van een kind of niet beschikt over elektroden voor baby's/kinderen,
mag u de behandeling niet uitstellen.
Voor volwassenen en kinderen van 8 jaar of
ouder of zwaarder dan 25 kg (55 pounds),
moet u elektroden voor volwassenen gebruiken:
Plaats één elektrode net onder het rechtersleutelbeen
van de patiënt, zoals u ziet in de afbeelding. Plaats de
tweede elektrode op de ribben van de linkerzijde van de
patiënt, onder de linkerborst. Gebruik de afbeelding op de
elektrode om te bepalen waar de afzonderlijke elektroden
geplaatst moeten worden.
Voor baby's en kinderen jonger dan 8 jaar of lichter
dan 25 kg (55 pounds), moet u elektroden voor
kinderen/baby's gebruiken (Opmerking: elektroden
voor kinderen/baby's kunnen herkend worden aan de
blauwe connector en elektrodenverpakking):
Plaats één elektrode midden op de borstkas en één
elektrode midden op de rug, zoals afgebeeld. Gebruik
de afbeelding op de elektrode om te bepalen waar de
afzonderlijke elektroden geplaatst moeten worden.
19
DAC-E570-NL-DA