• Extern rookkanaal dat tot stand gebracht is met uitsluitend geïsoleerde inox-buizen, dus met dubbele wand
minimaal Ø100/120 mm: Het geheel is goed aan de muur verankerd. Met windbestendige schoorsteenpot
(zie Fig. 4 op pag 9).
• Kanaliseringssysteem via T-aansluitingen die een gemakkelijke reiniging zonder demontage van de buizen
mogelijk maken.
Er wordt geadviseerd de in acht te nemen veiligheidsafstanden en het type isolatiemateriaal
samen met de producent van het rookkanaal te controleren. De vorige regels gelden ook voor
gaten die in de muur gemaakt worden (EN 13501 - EN 13063 - EN 1856 - EN 1806 - EN 15827).
11
BRANDSTOF
11.1
BRANDSTOF
• Gebruik pellets van kwaliteit omdat dit aanzienlijk van invloed is op het warmtevermogen en op het asresidu.
• De kenmerken van de pellets zijn: afmetingen Ø6-7mm (Klasse D06), maximum lengte 40 mm, warmtevermogen
5kWh/kg, vochtgehalte ≤ 10%, asresidu ≤ 0,7%, de pellet moet goed geperst en weinig kruimig zijn en moet
geen resten van lijm, hars en diverse additieven bevatten (er wordt geadviseerd pellets te gebruiken volgens
de norm EN14961-2 type ENplus-A1 ).
• Het gebruik van ongeschikte pellets veroorzaakt een slechte verbranding, veelvuldige verstoppingen
van de vuurpot, verstoppingen van de afvoerpijp, een verhoging van het verbruik, een verlaging van de
warmteopbrengst, bevuiling van het glas en een verhoging van de hoeveelheid as en onverbrande korrels.
Vochtige pellets van ongeacht welk type veroorzaken een slechte verbranding en een
slechte werking. Controleer daarom of de pellets bewaard worden in een droge ruimte, op
minstens één meter afstand van de kachel en/of van iedere andere warmtebron.
• Er wordt geadviseerd verschillende soorten pellets te proberen die in de markt verkrijgbaar zijn en om de
pellets te kiezen die de beste prestaties leveren.
• Het gebruik van slechte pellets kan de kachel schade berokkenen en de garantie en de aansprakelijkheid
van de fabrikant doen vervallen.
Afhankelijk van het type pellets kan het mogelijk zijn de parameters te moeten ijken. Wend
u dan tot een erkend assistentiecentrum.
BISTROT
- BISTROT
LOUNGE
3
3
Fig. 16 - Voorbeeld 3
LEGENDA
Fig. 16 op pag 15
1
Isolatie
2
Inspectiedop
3
Minimum veiligheidsafstand = 0,5 m.
NL
15