ELEKTRISCHE AUTO:
3
E
Oplaadaansluiting 3
Opmerking: verwijder bij insneeuwen de
sneeuw rond het laadcontact van de auto
alvorens de auto te koppelen of los te kop-
pelen. De aanwezigheid van sneeuw in het
laadcontatct kan immers het koppelen van
het laadsnoer blokkeren.
Bij afwezigheid van bescherming van de
installatie tegen overspanningen wordt
afgeraden de auto op te laden bij onweer
(bliksem).
opladen (7/11)
De auto heeft twee oplaadaansluitingen aan
de voorkant:
– E -aansluiting voor opladen tot 7 kW (wis-
selstroom);
– F-aansluiting, afhankelijk van de auto,
voor snel opladen met gelijkstroom (DC).
Afhankelijk van het voertuig zijn aanslui-
tingen E en F beschermd met doppen.
Voordat u een oplaadsnoer aansluit:
– controller voor aansluiting E of de dop
op aansluiting F op zijn plaats zit;
– op de F-aansluiting; haal de stekker
uit de E-aansluiting.
3
E
F
Voorzorgsmaatregelen
Laad uw auto niet op en parkeer deze niet
bij extreme temperatuursomstandigheden
(hitte of kou).
In extreme gevallen kan het opladen enkele
minuten duren voordat de motor start (de
tractiebatterij heeft wat tijd nodig om af te
koelen of op te warmen).
Wanneer de auto gedurende meer dan
7 dagen geparkeerd staat bij temperaturen
lager dan -25 °C, kan de tractiebatterij mo-
gelijk niet opgeladen worden.
Wanneer de auto gedurende meer dan
3 maanden geparkeerd staat met een laad-
niveau rond nul, kan de batterij mogelijk niet
meer worden opgeladen.
Om de levensduur van uw tractiebatterij te
vrijwaren, moet u vermijden om uw auto ge-
durende meer dan een maand met een hoog
laadniveau geparkeerd te laten staan, vooral
in perioden van extreme warmte.
U kunt de tractiebatterij het beste opladen
na het rijden en/of in een omgeving met een
gematigde temperatuur. Anders kan het op-
laden lang duren of onmogelijk zijn.
1.15