VERWISSELEN VAN EEN WIEL (1/2)
5
4
3
Auto met krik en wielmoersleutel
– Verwijder de wieldop (indien van toepas-
sing).
– Draai met de wielmoersleutel 1 de wiel-
bouten 2 iets los. Plaats de sleutel zo dat
u deze naar beneden moet drukken.
– Verwijder een van de wielbouten volledig
en draai de tapeind (meegeleverd in de
borgschroef van het reservewiel) op zijn
plaats; dit helpt bij het terugplaatsen van
het juiste wiel in de juiste positie als alle
bouten zijn verwijderd.
5.8
– Houd de krik 3 horizontaal. De kop van
de krik moet in lijn liggen met de dorpel
het dichtst bij het betrokken wiel.
– Begin de krik met de hand te draaien
door de steunplaat van de krik 4 in de
iets ingesprongen groef onder de auto,
tussen de twee inkepingen 5 te plaatsen.
– Draai aan de krik totdat de voet van de
krik goed staat (verticaal onder de auto
1
en in één lijn staan met de kop van de
krik).
– Draai de zwengel een paar slagen zodat
2
het wiel vrijkomt van de grond.
Als u de auto heeft stilgezet
in de berm van de weg, moet
u de andere weggebruikers
waarschuwen door middel van
de gevarendriehoek of op een andere,
in het land waar u bent, voorgeschreven
manier.
Schakel de alarmknipperlich-
ten in.
Zet de auto stil op een horizon-
tale, stroeve en stevige onder-
grond op veilige afstand van het verkeer.
Zet de parkeerrem vast en schakel een
versnelling in (D of R bij een robotver-
snellingsbak).
Laat alle inzittenden uit de auto stappen
en houd ze op een veilige afstand van
het verkeer.