3. Machine- en bedieningselementen
Aanbouwwerktuigen
W
Aan- en afbouwen van werktuigen alleen bij stilstaande motor.
Aanbouwwerktuigen beveiligen tegen wegrollen!
Frontaanbouwwerktuigen
1 vierhoekige buisbevestiging
2 borgpen
Achteraanbouwwerktuigen
De achteraanbouwwerktuigen worden meestal in de trekstang met een pen ge-
hangen.
Aan- en afbouwen moet op een vlakke en stevige ondergrond gebeuren.
Voor de standaardaanbouwwerktuigen wordt de omgekeerde hakspoor als pen
gebruikt.
1 hakspoor als pen
gebruiken
2 haarspeldveer
De frontaanbouwwerktuigen worden meest-
al met de vierhoekige buisbevestiging aan
de basismachine vastgemaakt. Aan- en af-
bouwen moet op een vlakke en stevige on-
dergrond gebeuren.
Aanbouwen
Vierhoekige tap (1) van het aanbouwwerk-
tuig in de vierhoekige buis tot de aanslag
inbrengen en met de borgpen (2) door de
boringen verbinden.
Afbouwen
Het afbouwen gebeurt in omgekeerde volg-
orde.
Aanbouwen
Aanbouwwerktuig in de trekmuil brengen en met
de pen (1) door de boringen verbinden. Daarna
met een haarspeldveer (2) borgen.
Aanwijzing
Bij een aantal aanbouwwerktuigen, zoals bijv. de
hakspoor en de ploeg, is de pendelweg met stel-
schroeven en contramoeren instelbaar.
Afbouwen
Het afbouwen van de achteraanbouwwerktuigen
gebeurt in omgekeerde volgorde.
agria multifunctionele motorfrees 100-R
3
25