Inhoudsopgave
Advertenties
36
4.15 Overige functies
4.15.1 Functies van het laspistool voor snel instellen van de
lasstroom I
1
Instellen van de lasstroom I
Door de laspistoolschakelaar 1 kort in te drukken, wordt de instelmogelijkheid
voor de lasstroom I
gekozen - LED stroom I
1
[5] wordt de waarde van de lasstroom I
draaiknop [8] te draaien, kan de waarde voor I
Door de laspistoolschakelaar 1 in te drukken kunnen afhankelijk van de
instelling al HF-pulsen worden gegeven.
Instellen van de lasstroom I
Door de laspistoolschakelaar 2 kort in te drukken, wordt de instelmogelijkheid
voor de lasstroom I
gekozen (LED stroom I
2
[5] wordt de waarde van de lasstroom I
draaiknop [8] te draaien, kan de waarde voor I
Wanneer de lasstroom I
gaat de instelling terug naar de als laatste ingestelde lasparameter. Activeren is
mogelijk vanuit elke lasparameter, bv. wanneer de instelling nastroomtijd is
gekozen.
4.15.2 Instellen van de lasstroom I
Hiervoor moet de speciale parameter SP2 op "1" zijn ingesteld (zie hoofdstuk
4.14, Speciale parameters).
Met een up/down laspistool kan de stroom I
hoger of lager worden ingesteld. De ingestelde waarde wordt op de digitale
display [5] weergegeven.
Hoger of lager instellen van I
in te drukken (de LED voor de lasstroom I
Om de lasstroom I
hoger of lager in te stellen, moet de lasstroom I
2
indrukken van de laspistoolschakelaar 2 worden gekozen (LED voor de
lasstroom I
knippert). Hoger of lager instellen van I
2
up/down kantelschakelaar in te drukken.
Tijdens het lassen wordt de op dat moment actieve stroom I
ingesteld. Wanneer de up/down schakelaar gedurende 2 seconden niet wordt
ingedrukt, schakelt de instelling terug naar I
Wanneer tijdens het pulsen de lasstroom I
ingesteld, wordt de waarde van de lasstroom I
veranderd, d.w.z. dat de procentuele verhouding tussen I
van I
behouden blijft (bv. uitgangswaarden I1 = 100 A, I2 = 50 A geeft een
1
eindwaarde I1 = 200 A, I2 = 100 A).
en I
2
(voor begonnen wordt met lassen)
1
1
weergegeven. Door aan de druk- en
1
(voor begonnen wordt met lassen)
2
2
weergegeven. Door aan de druk- en
2
resp. I
gedurende 2 seconden niet wordt gewijzigd,
1
2
en I
1
1
wordt gedaan door de up/down kantelschakelaar
1
knippert).
1
- LED stroom I
1
1
Functiebeschrijving
[4] knippert. Op de digitale display
worden veranderd.
1
[4] knippert). Op de digitale display
worden veranderd.
2
met een up/down laspistool
2
resp. I
voor en tijdens het lassen
2
wordt gedaan door de
2
of I
hoger of lager
1
2
[4] brandt).
1
met up/down hoger of lager wordt
in dezelfde verhouding
2
en I
bij verandering
2
1
door
2
Advertenties
Inhoudsopgave
