18
4.5 Druktoets lasmethode
Met de druktoets [9] wordt de lasmethode gekozen: TIG-lassen, elektrodelassen
en elektrode booster. De gekozen methode wordt op de indicatie-LED's
aangegeven.
4.5.1
TIG-lassen
De instelling van de lasparameters voor TIG-lassen wordt uitgevoerd zoals in
hoofdstuk 4.5 beschreven.
4.5.2
Elektrodelassen
De instelling voor elektrodelassen wordt uitgevoerd zoals in hoofdstuk 4.5
beschreven.
De elektrode is tegelijk drager van de vlamboog en lastoevoer. Deze bestaat uit
een gelegeerde of ongelegeerde kerndraad met een mantel. De mantel
beschermt het smeltbad tegen schadelijke toevoer van zuurstof en stabiliseert de
vlamboog. Daarnaast wordt er een slak gevormd die de naad vormt en
beschermt. Met elektrodelassen kunnen vrijwel alle metalen worden gelast.
Elektrodelassen is een gangbare en eenvoudig te gebruiken lasmethode.
Let er bij de instelling voor elektrodelassen op dat er geen TIG-laspistool is
aangesloten. Wanneer dit niet in acht wordt genomen, verschijnt op de digitale
display de storingsmelding "E021" (zie hoofdstuk 7.3)
4.5.3
Elektrodebooster functie
De instelling van de elektrodebooster functie wordt uitgevoerd zoals in hoofdstuk
4.5 beschreven.
Bij deze bedrijfsmodus wordt de bewaking van de netzekering uitgeschakeld. De
maximaal afgegeven lasstroom bedraagt bij de "TIGER 180" 150 A en bij de
"TIGER 230" 180 A. Wanneer er een hogere waarde wordt ingesteld, wordt deze
automatisch beperkt tot 150 A resp. 180 A.
Let er bij de instelling voor elektrodebooster functie op dat er geen TIG-laspistool
is aangesloten. Wanneer dit niet in acht wordt genomen, verschijnt op de digitale
display de storingsmelding "E021" (zie hoofdstuk 7.3)
Functiebeschrijving