Functiebeschrijving
4.14 Speciale parameters
Met de speciale parameters kan de gebruiker individuele instellingen uitvoeren.
4.14.1 Overzicht van de speciale parameters
Afb. 12: Overzicht van de speciale parameters
4.14.2 Instelling van de speciale parameters
Druk de druktoets [3] in voor de speciale parameters.
De gewenste speciale parameter (SP1 tot SP7 en CLr) kan door draaien en
indrukken van de druk- en draaiknop [8] worden gekozen en geactiveerd. De
digitale display knippert [5]. Door de druk- en draaiknop [8] opnieuw te
draaien kan de gekozen parameter worden ingesteld, de ingestelde waarde
wordt door indrukken overgenomen.
Druk opnieuw op de druktoets [3] om de instelling van de speciale parameters
te verlaten.
33