Functiebeschrijving
4.13 Controlelampjes
Controlelampje AFSTANDSBEDIENING ACTIEF [2]
Wanneer er een afstandsbedieningselement is aangesloten en
actief is, brand de LED.
Controlelampje BEDRIJF (LED brandt groen) [1]
Wanneer er een nullastspanning op het laspistool of de
elektrodehouder staat, brandt de LED groen.
Controlelampje TEMPERATUUR (LED brandt geel) [1]
Wanneer de temperatuurlimiet wordt bereikt, brandt de LED
geel. Zolang deze LED brandt, is de hoofdtransformator
uitgeschakeld en is er geen uitgangsspanning beschikbaar. Bij
TIG-lassen loopt na het uitschakelen van de
hoofdtransformator de ingestelde nastroomtijd af. Na afkoelen
van de installatie gaat de LED weer uit en kan er automatisch
weer worden gelast.
32