Functiebeschrijving
4.3 Inschakelen
De TIGER lasinstallatie wordt met de hoofdschakelaar ingeschakeld. Alle LED's
gaan gedurende ca. 1 seconde branden. Vervolgens wordt op de digitale display
gedurende ca. 3 seconden de softwareversie en het type machine weergegeven.
Na 3 seconden, worden alle instellingen van de laatste lastaak achter elkaar
doorlopen en worden de ingestelde waarden weergegeven. Deze procedure kan
vanzelfsprekend op elk moment worden afgebroken. Dit wordt gedaan door een
van de bedieningselementen of de laspistoolschakelaar te activeren. De
lasinstallatie is nu gereed voor gebruik.
4.4 Bijzonderheden van het bedieningsveld
Om de bediening nog sneller en eenvoudiger te laten verlopen, wordt de
gebruiker door de processorbesturing actief ondersteund.
Alle ingestelde parameters blijven bij het uitschakelen met de hoofdschakelaar in
het geheugen bewaard. Wanneer de installatie weer wordt ingeschakeld, worden
de parameters ingesteld zoals bij de laatste lastaak. Om ervoor te zorgen dat de
wijzigingen in de parameters ook bij uitschakelen bewaard blijven, moet dus een
vlamboog worden ontstoken.
Alleen de momenteel benodigde parameters worden weergegeven, bij
elektrodelassen worden bv. de TIG-parameters zoals 2/4-takt, HF aan/uit etc.
onderdrukt. Bij gelijkstroomlassen worden op dezelfde manier de parameters
voor frequentie en balans niet weergegeven.
Na het inschakelen worden alle instellingen van de laatste lastaak achter elkaar
doorlopen en worden de ingestelde waarden weergegeven. Hierdoor heeft de
gebruiker altijd een goed overzicht. Deze procedure kan vanzelfsprekend op elk
moment
worden
afgebroken.
Dit
wordt
gedaan
door
een
van
de
bedieningselementen of de laspistoolschakelaar te activeren.
Wanneer de draaiknop [8] gedurende 20 sec. niet wordt gebruikt of geen toets
wordt ingedrukt, schakelt de installatie automatisch terug naar lasstroom I1. Op
deze manier heeft u als basisinstelling steeds de weergave van de belangrijkste
waarde, de stroom I1 en dezelfde uitgangspositie van de bediening.
17