34
4.14.3 Uitleg van de speciale parameters
Speciale parameter SP1 - Potmeter laspistool
Deze speciale parameter is bedoeld voor gebruik in combinatie met een
laspistool dat is voorzien van een potmeter.
0
Laspistoolpotmeter is niet actief, d.w.z. de instelling wordt genegeerd
1
Laspistoolpotmeter is actief, d.w.z. de instelling wordt uitgelezen
Speciale parameter SP2 - up/down laspistool
Deze parameter is bedoeld voor gebruik in combinatie met een Up/Down
laspistool.
0
Up-/Down laspistool is niet actief, d.w.z. de up/down functie is niet
beschikbaar
1
Met het up/down laspistool kan de lasstroom I
veranderd. Bij het pulsen wordt de verhouding I
2
Met het up/down laspistool kan programma P1 of P2 worden
opgeroepen.
omgeschakeld naar P2 (up) resp. P1 (down).
3
Aansturing koudedraad aanvoerapparaat APUS 20 C
Speciale parameter SP3 - AC-golfvorm
Instellen van de AC-golfvorm in de polariteit "Wisselstroom (AC)"
0
AC-golfvorm "Sinus"
Akoestisch geoptimaliseerd
1
AC-golfvorm "Driehoek"
Betere inbranding dan bij de golfvorm "Sinus"
2
AC-goflvorm "Blokgolf"
De grootst mogelijke stabiliteit van de lichtboog en de beste inbranding
Speciale parameter SP4 - omschakeling I1 / I2
0
Statisch bedrijf:
1
Tip-bedrijf:
Speciale parameter SP5 - TIGER waterkoeling, bedrijfsmodus
0
Uit
De pomp en de ventilator zijn altijd uitgeschakeld. Dit wordt bijvoorbeeld
aangeraden bij elektrodelassen of bij het verwisselen van het laspistool.
1
Aan
De pomp en de ventilator zijn altijd ingeschakeld.
2
AUTO
De pomp en de ventilator worden aan de hand van de vraag
ingeschakeld wanneer er gelast wordt of wanneer de temperatuur van
het koelmiddel hoger is dan 30 °C. Wanneer er langere tijd geen
afkoeling
plaatsvindt
omgevingstemperatuur hoger is dan 30 °C) worden de pomp en de
ventilator uitgeschakeld.
Door
de
kantelschakelaar
BT2 = 0 I1, BT2=1 I2
BT2 = 0-1-0 I2 dan BT2 = 0-1-0 I1
(0 Toets niet ingedrukt / I1 toets ingedrukt)
tot
onder
de
Functiebeschrijving
resp. I
worden
1
2
/I
bewaard.
1
2
in
te
drukken
30
°C
(bv.
wanneer
wordt
de