Opstelling / montage
7
Opstelling / montage
7.1
Minimumafstand tussen buitenluchtaanzuiging en afvoerluchtopening
om luchtkortsluiting te vermijden (DIN EN 16798-3)
Afb. 7.1
Minimale afstand
7.2
Opstelplaats
De montageplaats dient vlak te zijn en over voldoende draagvermogen te beschikken (min. 250 kg). Het
toestel dient horizontaal te worden opgesteld. De montageplaats dient geschikt te zijn om de HR-WTW
unit op lange termijn veilig en trillingsvrij te dragen. Voor onderhoudswerkzaamheden dient aan de
voorzijde van het toestel voldoende plaats ter beschikking te zijn.
Voor het afvoeren van condensaat dat kan ontstaan dient een afvoerleiding of aansluiting beschikbaar te
zijn.
Voor ruimten waar geen afvalwateraansluiting aanwezig is, wordt optioneel een condensaatopvangvat
met vlotterschakelaar aangeboden, dat als toebehoren verkrijgbaar is.
Het toestel in een vorstvrije ruimte opstellen!
Voor het openen van de inspectiedeuren is een vrije ruimte van min. 600 mm voor het toestel vereist, en
voor de luchtkanaalaansluitingen is een vrije ruimte van ongeveer 700 mm boven het toestel vereist.
16 | WOLF GmbH
AVL
AUL
CGL edu rechts
min. 0,25 m
AVL
AUL
min. 2m
CGL edu links
min. 0,25 m
6809499_202108