Storingen opheffen
Probleem
Oorzaak
De bovendraadspanning is te hoog.
•
De bovendraad is niet correct ingere-
•
gen.
De naald is te dik voor de stof.
•
De steeklengte is te groot voor de geko-
•
zen stof.
•
De naaivoetdruk is niet correct inge-
steld.
Er werd een verkeerde naaivoet
•
gebruikt.
De bovendraadspanning is te hoog.
•
Het garen is in de grijper klemgeraakt.
•
De transporteur zit vol met stof.
•
Er zit stof bij de grijper of bij de naald-
•
stang.
•
De naald is beschadigd.
•
Er klinkt een zachte zoemtoon vanuit de
motor.
De draad zit klem in de grijper.
•
•
De transporteur zit vol met stof.
•
Slechte garenkwaliteit
•
De spoelhuls is niet correct ingeregen.
Er werd aan de stof getrokken.
•
90
Oplossing
Verminder de draadspanning.
–
Rijg opnieuw in.
–
De naald, de stof en het garen moeten
–
op elkaar afgestemd zijn.
Stel de juiste steeklengte in.
–
–
Pas de naaivoetdruk aan.
Bevestig de juiste naaivoet.
–
Verminder de draadspanning.
–
Verwijder de bovendraad en de spoel-
–
huls, beweeg het handwiel handmatig
heen en weer en verwijder de draad-
restjes.
Reinig de grijper en de transporteur
–
zoals beschreven.
–
Vervang de naald.
–
Verwijder de bovendraad en de spoel-
huls, beweeg het handwiel handmatig
heen en weer en verwijder de draad-
restjes.
–
Gebruik kwaliteitsgaren.
–
Verwijder de spoelhuls, rijg deze cor-
rect in en zet hem opnieuw in.
Trek tijdens het naaien nooit aan de
–
stof, de machine transporteert de stof.
Blz.
16
12
19/20
29
17
92-97
16
86-87
86-87
15
86-87
19/20
11