Speciale functies
Bewerkingsfuncties in het geheugen - Een geprogrammeerde steek of de instelling hier-
van veranderen
A
ttentie
Voorwaarde: in het geheugen moeten steken opgeslagen
zijn.
•
Druk op de geheugentoets om de geheugenmodus te
openen.
•
Kies de gewenste geheugenmap met behulp van de
pijltoetsen.
Druk op de OK toets om de gekozen geheugenmap te
•
openen.
De cursor staat op de eerste positie.
–
•
Kies de steek die moet worden vervangen of waarvan
de instellingen veranderd moeten worden met de pijl-
toetsen.
Druk op de CLR toets om de steek te wijzigen en
•
daarna op de toets voor de steekgroepkeuze om een
nieuwe steek te kiezen.
•
Druk op de overeenkomstige toets voor steeklengte,
steekbreedte, spiegelbeeld, tweelingnaald of verlengen
om de instellingen van de steek te veranderen.
78