Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Maaiwerkaandrijving; Maaiaandrijving - Agria 5300 Handleiding

Weidemaaier
Inhoudsopgave

Advertenties

3. Machine- en bedieningselementen
C/10
C/11
3
C/7
20
Wielaandrijving
Wielaandrijving ingeschakeld:
Wielschakelhendel (C/11) naar bene-
den gebracht – vergrendeling (C/10) los-
gesprongen.
Wielaandrijving uitgeschakeld:
Wielschakelhendel (C/11) naar boven
getrokken en vergrendeling ingeklikt.
Bij lopende motor moet de wielaandrij-
ving als volgt geschakeld worden:
Koppelingshendel (C/5) aantrekken
tot middenpositie (neutraal) en vasthou-
den.
Vergrendeling (C/10) los laten sprin-
gen.
Wielaandrijvingshendel (C/11) naar
beneden brengen.
Koppelingshendel (C/5) langzaam
loslaten en tegelijkertijd gas geven.
Wanneer de wielaandrijving niet ge-
schakeld wordt, dan dient kort te wor-
den gekoppeld en ontkoppeld – vervol-
gens kan weer geschakeld worden.

Maaiwerkaandrijving

De maaimessen worden door middel
van een krukaandrijving aangedreven.
De maaiaandrijving wordt met behulp
van een schakelhendel (C/7) in- en uit-
geschakeld.
Maaiaandrijving alleen in ontkoppelde
positie schakelen (stationair).
agria weidemaaier 5300

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave