5. Onderhoud en reparatie
Behalve het opvolgen van de bedienings-
voorschriften is het bovendien van groot
belang dat u aandacht besteed aan de
volgende
aanwijzingen
onderhoud en reparatie.
W
Let op: voer onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden al-
leen uit met een afgezette
motor en wanneer de bougiekap ver-
wijderd is! Draag bij werkzaamheden
aan de maai- en hakmessen altijd be-
schermingshandschoenen!
Motor
Motoroliepeil controleren
Voor iedere ingebruikname en
steeds na 8 bedrijfsuren.
Alleen bij afgezette en horizontaal
staande motor.
Oliepeilschroefdop (D/3) en omgeving
aan de buitenkant reinigen.
Oliepeilschroefdop losschroeven, olie-
peilstok met een schone doek afnemen,
terugsteken (niet aanschroeven) en
opnieuw uittrekken om het oliepeil te
meten.
Is het oliepeil tot beneden de marke-
ring gedaald, motorolie (zie 'technische
gegevens') tot de rand van de olievulhals
bijvullen.
28
omtrent
Communale werktuigdrager 5500 KL
Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 25 bedrijfsuren,
dan om de 50 bedrijfsuren. Ververs de
olie zolang de motor nog warm is, let op
de hij niet te heet is – kans op
brandwonden!
Aftapplug (1) en omgeving aan de
buitenkant reinigen.
Aftapplug losmaken. Olie opvangen en
op voorgeschreven wijze verwerken.
Aftapplug weer vastdraaien (let op de
conditie van de afdichtring, eventueel
vervangen).
Nieuwe motorolie (zie 'technische
gegevens') tot de rand van de olievulhals
(2) bijvullen (markeringspeil max.).
Oliepeilschroefdop terugplaatsen en
vastschroeven.
UItgave 03.95