3. Machine- en bedieningselementen
0
A/4
A/1
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
3.4 Rijaandrijving
Door te draaien aan de draaihendel (A/4) in
de richting van de wijzers van de klok, rijdt de
machine met toenemende snelheid vooruit, max.
5 km/h
Door te draaien aan de draaihendel (A/4)
tegen de richting van de wijzers van de klok in,
rijdt de machine met toenemende snelheid
achteruit, max. 3 km/h
Aanduiding boven op de draaihendel:
= Neutrale stand = "0"-positie
3.5 Borstelaandrijving
De borstelwals wordt met een V-snaarkoppeling
en een wormwielaandrijving aangedreven.
De borstelwalsaandrijving wordt met de Koppe-
lingshendel (A/2) in- en uitgeschakeld:
Bij losgelaten koppelingshendel en niet vast-
gezette veiligheidspal is de borstelaandrijving
uitgeschakeld ("0").
0
Bij aangetrokken koppelingshendel (B/2) is
de borstelwalsaandrijving ingeschakeld ("I").
Met de vergrendelingshendel (A/1) kan de
A/2
koppelingshendel in ingeschakelde positie
I
gearreteerd worden.
Na het eerste bedrijfsuur moet de speling van
de koppeling gecontroleerd en eventueel
bijgesteld worden (zie onderhoud en reparatie).
Aanwijzing: zet de veegmachine altijd met
I
uitgeschakelde aandrijving weg (zie
hoofdstuk 'Wegzetten'), er kunnen anders pro-
blemen ontstaan met de koppeling.
3
17