5. Onderhoud en reparatie
1 vlotterdrukker aan
carburateur
2 lucht-reguleer-
schroef
3 stelschroef
gasmengselkraan
A
5
A
100 h
30
Afstelling van de carbuarteur
Voor het opheffen van brandstof-, temperatuurs-, hoog-
te- en belastingsverschillen kan een kleine verstelling
van de carburateur nodig zijn. Laat de motor alleen lo-
pen met gemonteerd luchtfilter en filterresevoir!
Stationair toerental
Let erop dat het toerental van de motor juist is ingesteld.
De motor moet bij laag toerental zonder problemen
draaien als de toerentalhendel in positie neutraal aan
de aanslag staat.
De basisafstelling van de schuif-carburateur gebeurt
door het verstellen van de gasmengsel-regelschroef(3).
Daarna moet het startkoord aan de stelschroef zonder
speling worden ingesteld.
De fijne afstelling gebeurt door het verstellen van de
lucht-regulatieschroef (2). Alleen instellen bij warmge-
draaide motor. (Zie ook 'technische gegevens').
- Service
Uitlaat
Uitlaat (A/12) voortdurend controleren op maai- en
plantenresten, en eventueel reinigen.
Brandgevaar!
Voor iedere ingebruikname controleren.
Uitlaat na steeds 200 bedrijfsuren op olieafzetting con-
troleren en indien nodig uitlaat reinigen of uitblazen.
- Service
Reinigen van het luchtrooster
Na langer gebruik kan het koelsysteem door vuil ver-
stopt raken. Reinig het luchtrooster (B/31) regelmatig
om oververhitting en schade aan de motor te voorko-
men. Controleer het rooster voor iedere ingebruikname.
Luchtkoelsysteem
Inwendige koelribben en vlakken tenminste iedere 100
bedrijfsuren reinigen (bij sterke stofvorming en veel plan-
tenresten eerder).
Eenwielige motorhak 2100