3. Machine- en bedieningselementen
max
C/4
Toerentalhendel
Met de toerentalhendel (C/7) aan de
min
stuurstang kan het motortoerental van
min. = STATIONAIR tot max. = VOLGAS
traploos geregeld worden.
Motor-uit-schakelaar
Met de elektrische motor-uit-schakelaar
(C/3) wordt de ontsteking in- en uitge-
schakeld.
positie 'I' = in bedrijf
positie '0' = motor uit
I
laar: zet deze in de positie '0' om de
motor in gevaarlijke situaties onmiddel-
lijk uit te schakelen!
Veiligheidschakeling
De eenwielige motorhak is uitgerust met
een veiligheidsschakelaar (hendel C/4).
hendel wordt de elektronische ontsteking
uitgeschakeld (motor wordt afgezet).
– Voorzichtig! motor loopt nog even door!
ten en voor een werkpauze koppelings-
hendel (C/5) aantrekken en met vergren-
deling (C/6) vastzetten.
C/5
C/6
heden met de machine de veiligheids-
hendel (C/4) naar beneden drukken.
W
I
heidshendel moet in noodsituaties wor-
den losgelaten, deze komt dan automa-
tisch in de positie 'STOP'!
Eenwielige motorhak 2100
De motor-uit-schakelaar functio-
neert ook als noodstopschake-
STOP-positie: bij het loslaten van de
Startpositie: om de motor te star-
Bedrijfspositie: tijdens de werkzaam-
Veiligheidshendel niet vast-
zetten!
De veiligheidshendel dient ook
als noodschakelaar. De veilig-
3
15