Applicatie-, patchwork- en quiltsteken
e
Selecteer een steek.
f
Draai het handwiel naar u toe (tegen de klok in) en
begin te naaien rond de rand van de applicatie; let op
dat de naald net buiten de applicatie neerkomt.
Wanneer u ronde hoeken naait, stopt u de machine met
de naald in de stof net buiten de applicatie, brengt u de
persvoethendel omhoog en draait u vervolgens de stof
om de naairichting te wijzigen.
Patchwork (fantasiequiltsteek)
a
Vouw de rand van het bovenste stuk stof en plaats deze
op het onderste stuk.
b
Naai de twee stukken stof aan elkaar, zodat het
patroon beide stukken omspant.
S-28
Aan elkaar zetten
Dit is het aan elkaar zetten van twee stukken stof, ook wel
"piecing" geheten. Snijd de stukken af met een marge van
6,5 mm (1/4 inch).
Naai een rechte verbindingssteek 6,5 mm (1/4 inch) van de
rechter- of de linkerkant van de persvoet.
a
Rijg of speld de marge van de stof die u aan elkaar wilt
naaien.
b
Bevestig persvoet "J".
c
Selecteer steek
of
Naai met de rechterkant van de persvoet op één lijn
d
met de rand van de stof.
■ Voor een marge aan de rechterkant
Leg de rechterkant van de persvoet op één lijn met de
rand van de stof en naai met steek
1 6,5 mm (1/4 inch)
■ Voor een marge aan de linkerkant
Leg de linkerkant van de persvoet op één lijn met de rand
van de stof en naai met steek
1
1 6,5 mm (1/4 inch)
Memo
• De breedte van de marge kunt u ook wijzigen
door de steekbreedte aan te passen. Meer
bijzonderheden vindt u in "Steekbreedte instellen"
in het gedeelte "Basishandelingen".
J
.
.
1
.