1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Het sikkelmes kan door zijn eigen ge-
wicht nalopen. Blijf op een veilige afstand
van de maaibehuizing. Wacht tot het
sikkelmes tot stilstand is gekomen en
verwijder de bougie, voordat met
werkzaamheden aan de machine wordt
begonnen.
Bij werkzaamheden met elektrische
werktuigen bestaat de kans op verwon-
dingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden mee te rijden op het werk-
tuig.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het stuur-
en remvermogen van de machine. Let op
voldoende stuur- en remmogelijkheden.
Pas uw werksnelheid aan aan de
omstandigheden.
Instelling van het motortoerental niet
veranderen. Een verhoogd toerental
vergroot de kans op ongelukken.
Arbeids- en
gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegen-
over derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
maaier.
Controleer voor het starten en wegrijden
de omgeving van de machine. Let vooral
op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begon-
nen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal ze
tijdig weg.
4
aanbouw dubbele sikkelmaaier 5556 111
Bij werkzaamheden op omheinde plaat-
sen dient de veiligheidsafstand tot de
omheining in acht genomen te worden,
zodat de machine niet beschadigd wordt.
Wees bedacht op het feit dat de roteren-
de sikkelmessen stenen en wortels
kunnen grijpen. Voorzichtig!
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedieningscomponen-
ten, alsmede van het functioneren ervan.
In het bijzonder dient u te weten hoe u de
motor in geval van nood snel en veilig
afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatregelen
zijn getroffen en in de juiste positie zijn
gebracht.
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt,
dient deze met een beschermingskap te
zijn afgedekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruimtes.
De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide
dat zeer giftig is wanneer het ingeademd
wordt.
Voor het starten van de motor dienen alle
bedieningselementen in stand 'neutraal'
te worden gezet.
Wees voorzichtig tijdens het starten
en het maaien, blijf met uw handen en
voeten uit de directe nabijheid van de
machine!
Tijdens het starten mag de maaier niet
op de zijkant worden gelegd, of worden
gekanteld.
uitgave 06.97