4. Ingebruikname en bediening
Na beëindiging van de maaiwerkzaam-
heden of bij verstoppingen:
l Achteruit-vooruit-schakeling in positie
stationair brengen: hierbij blijft de maaier
staan, maar het sikkelmes draait nog wel;
de verstopping verdwijnt
l koppelingshendel aantrekken en ver-
grendeling arreteren
l maaiaandrijving aan schakelhendel
uitschakelen
l motor afzetten
W
Indien tijdens de werkzaam-
heden de machine moet wor-
den schoongemaakt, dient uit
veiligheidsoverwegingen de motor te
worden afgezet, de bougiekap moet
worden verwijderd en de messen moe-
ten stilstaan.
Nadat de messen bijvoorbeeld wortels
of stenen hebben geraakt, dienen deze
direct te worden gecontroleerd.
uitgave 06.97
aanbouw dubbele sikkelmaaier 5556 111
13