Fouten vaststellen en corrigeren
De TI-84 Plus CE-T detecteert fouten bij het uitvoeren van de volgende taken.
•
Een uitdrukking uitwerken
•
Een instructie uitvoeren
•
Een grafiek plotten
•
Een waarde opslaan
1. Stel vast wat de fout is. Het foutscherm geeft nuttige tips over wat er gebeurd kan
zijn, maar de fouten worden niet altijd volledig uitgelegd.
2. Corrigeer de uitdrukking.
Een fout vaststellen
Wanneer de TI-84 Plus CE-T een fout detecteert, geeft de rekenmachine een
foutmelding met een korte beschrijving.
Geeft het hoofdscherm weer
1:Afsluiten
Geeft het vorige scherm weer met de cursor op of vlakbij de
2:Ga naar
foutlocatie
als er een syntaxfout optreedt in de inhoud van een Y= functie tijdens de
Opmerking:
uitvoering van een programma, dan keert u met de optie 2:Ga naar terug naar de
Y= editor, niet naar het programma.
Een fout corrigeren
Voer de volgende stappen uit om een fout te corrigeren.
1. Merk het fouttype op ( FOUT:fouttype ).
2. Selecteer 2:Ga naar (indien beschikbaar). Het vorige scherm wordt weergegeven
met de cursor op of vlakbij de foutlocatie.
3. Stel vast wat de fout is. Het foutscherm geeft nuttige tips over wat er gebeurd kan
zijn, maar de fouten worden niet altijd volledig uitgelegd.
4. Corrigeer de uitdrukking.
71
Fouten vaststellen en corrigeren