in de variabelewaarde veroorzaakt door berekeningen en het tekenen grafieken bij
het uitvoeren van een programma, te voorkomen.
•
zijn onafhankelijke toepassingen, die opgeslagen worden in het Flash-archief.
Apps
is een variabelehouder die gebruikt wordt om variabelen op te slaan die
AppVars
gecreëerd zijn door onafhankelijke toepassingen. U kunt variabelen in AppVars niet
bewerken of veranderen, tenzij u dit doet via de toepassing waarmee ze gecreëerd
zijn.
Variabelewaarden opslaan
Waarden worden opgeslagen in en opgeroepen uit het geheugen met behulp van
variabelenamen. Wanneer u een uitdrukking uitwerkt die een variabelenaam bevat,
vervangt de grafische rekenmachine de naam door de waarde die op dat moment is
opgeslagen in die variabele.
Om een waarde in een variabele op te slaan vanaf het hoofdscherm of een programma
met behulp van de ¿-toets, begint u op een lege regel en volgt u deze stappen.
1. Voer de waarde in die u wilt opslaan. De waarde kan een uitdrukking zijn.
2. Druk op ¿.
! wordt gekopieerd op de plaats van de cursor.
3. Druk op ƒ en vervolgens op de letter van de variabele waarin u de waarde wilt
opslaan.
4. Druk op [enter]. De grafische rekenmachine werkt de uitdrukking uit en slaat de
waarde op in de variabele.
Een variabelewaarde weergeven
Om een waarde van een variabele weer te geven voert u de variabelenaam in op een
lege regel op het hoofdscherm en drukt u op [enter].
Variabelen archiveren (Archiveren, Dearchiveren)
U kunt variabelen opslaan in het archief met gegevens van de gebruiker van de TI-84
Plus CE-T , dit is een beschermd geheugengebied dat los staat van het RAM. Met het
archief met gebruikersgegevens kunt u:
•
Gegevens, programma's, toepassingen of andere variabelen op een veilige plaats
opslaan, waar ze niet per ongeluk kunnen worden bewerkt of verwijderd.
•
Extra vrij RAM creëren door variabelen te archiveren.
Door variabelen te archiveren die u niet vaak hoeft te bewerken, kunt u RAM vrijmaken
voor toepassingen die extra geheugen nodig hebben.
49
Werken met variabelen