Houd u bij het installeren of vervangen van een TPM aan de onderstaande richtlijnen:
●
Verwijder een geïnstalleerde TPM niet. Een eenmaal geïnstalleerde TPM wordt een vast
onderdeel van de systeemkaart.
●
Bij het installeren of vervangen van hardware kunnen HP Business Partners de TPM en de
coderingstechnologie niet inschakelen. Om veiligheidsredenen kan alleen de klant deze functies
inschakelen.
●
Als u een systeemkaart terugstuurt om deze te laten vervangen, dient u de TPM niet van de
systeemkaart te verwijderen. Op verzoek levert HP Service een TPM bij de vervangende
systeemkaart.
●
als u probeert een geïnstalleerde TPM van de systeemkaart te verwijderen, zal de
veiligheidsbevestiging van de TPM breken of vervormen. Beheerders die een gebroken of
vervormde veiligheidsbevestiging op een geïnstalleerde TPM ontdekken, moeten concluderen
dat er met het systeem geknoeid is en de juiste maatregelen nemen om de integriteit van de
systeemgegevens te waarborgen.
●
Bewaar altijd de herstelsleutel of het wachtwoord als u gebruik maakt van BitLocker.
De herstelsleutel of het wachtwoord is vereist om toegang te krijgen tot de herstelmodus nadat
BitLocker een mogelijke inbreuk op de systeemintegriteit heeft ontdekt.
●
HP is niet aansprakelijk voor de blokkering van toegang tot gegevens als gevolg van onjuist
gebruik van de TPM. Raadpleeg voor bedieningsinstructies de functiedocumentatie over de
coderingstechnologie die bij het besturingssysteem is meegeleverd.
De Trusted Platform Module-kaart installeren
WAARSCHUWING!
Zo beperkt u het risico van persoonlijk letsel, elektrische schokken en schade aan de apparatuur. Met
de aan/standby-knop op het voorpaneel wordt de voeding naar het systeem niet helemaal
uitgeschakeld. Gedeelten van de voedingseenheid en bepaalde interne schakelingen blijven
ingeschakeld totdat het netsnoer is losgekoppeld.
WAARSCHUWING!
deze aanraakt, om het risico van brandwonden te beperken.
1.
Schakel de server uit
2.
Koppel alle voedingseenheden los:
a.
Koppel het netsnoer los van de voedingsbron.
b.
Koppel het netsnoer los van de server.
3.
Verwijder de server zo nodig uit het rack
4.
Plaats de server op een vlak, horizontaal werkoppervlak.
5.
Verwijder het toegangspaneel
6.
Ga als volgt te werk:
a.
Verwijder de primaire PCIe-risereenheid
op pagina
b.
Verwijder de secundaire PCIe-risereenheid
op pagina
7.
Verwijder de luchtgeleider
NLWW
Koppel het netsnoer los om de voeding naar de server uit te schakelen.
Laat de schijfeenheden en interne systeemonderdelen afkoelen voordat u
(Server uitschakelen op pagina
(Toegangspaneel verwijderen op pagina
29).
29).
(Luchtgeleider verwijderen op pagina
22).
(Verwijder de server uit het rack op pagina
(Primaire PCIe-risereenheid verwijderen
(Secundaire PCIe-risereenheid verwijderen
HP Trusted Platform Module-optie
24).
24).
33).
89