Onderdelen op het voorpaneel ..........................2 Lampjes en knoppen op het voorpaneel ....................... 3 Voedingsstoringslampjes ........................4 Toegang tot de optionele HP Systems Insight Dispaly ..................5 Lampjes van Systems Insight Display ........................6 Combinaties van de Systems Insight Display-lampjes ..................6 Onderdelen op het achterpaneel ...........................
Pagina 4
5 Hardwareopties installeren .......................... 34 Server-QuickSpecs .............................. 34 Inleiding ................................34 Processor en ventilator ............................34 Geheugen ................................39 HP SmartMemory ..........................40 Architectuur van geheugensubsysteem ................... 40 Single-, dual- en quad-rank DIMM's ....................41 DIMM-identificatie ..........................42 Geheugenconfiguraties ........................42 Configuratie van Advanced ECC-geheugen ..............
Pagina 5
HP RESTful API-ondersteuning voor HP iLO ..................98 Integrated Management Log (geïntegreerd managementlogboek) ..........99 HP Insight Remote Support ....................... 99 Centrale verbinding met HP Insight Remote Support ............ 99 Directe verbinding met HP Insight Online ..............99 HP Insight Online ......................100 Intelligent Provisioning .............................
Pagina 6
Systeem up-to-date houden ..........................107 Stuurprogramma's .......................... 107 Software en firmware ........................108 Versiebeheer ........................... 108 Ondersteuning voor HP-besturingssystemen en virtualisatiesoftware voor ProLiant-servers . . 108 HP Technology Service Portfolio ....................108 Veranderingsbeheer en proactieve meldingen ................109 8 Problemen oplossen ..........................110 Informatiebronnen voor probleemoplossing ....................
Pagina 7
Mechanische specificaties ..........................116 Specificaties voor voedingsbron ........................117 HP 800W Flex Slot Platinum hotplugvoedingsbron ............... 117 HP 1400W Flex Slot Platinum Plus hotplugvoedingsbron ............. 118 13 Ondersteuning en andere hulpmiddelen ....................119 Voordat u contact opneemt met HP ......................... 119 Contact opnemen met HP ..........................
Dit document is bedoeld voor degene die servers en opslagsystemen installeert en beheert, en eventuele problemen oplost die hiermee ontstaan. HP neemt aan dat u bent gekwalificeerd voor het onderhoud van computerapparatuur en dat u bent getraind in het herkennen van gevaren met betrekking tot producten met gevaarlijke energieniveaus.
Onderdelen Onderdelen op het voorpaneel Item Beschrijving Sleuf 1 (optionele schijfeenheden of optische-schijfeenheid, USB) Sleuf 2 (optionele schijfeenheden) Vaste-schijfruimten USB 3.0-connector in het voorpaneel Treklabel serienummer Hoofdstuk 2 Onderdelen...
Lampjes en knoppen op het voorpaneel Item Beschrijving Status Knop Inschakelen/Stand-bystand en Continu groen = Systeem ingeschakeld systeemvoedingslampje* Knipperend groen (1 Hz/cyclus per sec) = Inschakelcyclus wordt uitgevoerd Continu oranje = Systeem in stand-by Uit = Geen stroom** Statuslampje* Continu groen = Normaal Knipperend groen (1 Hz/cyclus per sec) = iLO wordt opnieuw opgestart Knipperend oranje = Verminderde systeemprestaties Knipperend rood (1 Hz/cyclus per sec) = Systeem kritiek†...
2 maal knipperen Geheugen 3 maal knipperen PCIe-sleuven riserkaart 4 maal knipperen FlexibleLOM 5 maal knipperen Verwisselbare HP flexibele Smart Array-controller/ 6 maal knipperen Smart SAS HBA-controller PCIe-sleuven systeemkaart 7 maal knipperen Backplane voeding of opslag 8 maal knipperen Voedingsbron...
Toegang tot de optionele HP Systems Insight Dispaly Ga als volgt te werk om een pop-up HP Systems Insight Display te openen op modellen waarop deze optie is geïnstalleerd: Druk het paneel in en laat los. Wanneer de display volledig is uitgeklapt, draait u het scherm zodat alle lampjes zichtbaar zijn.
Lampjes van Systems Insight Display De HP Systems Insight Display-lampjes geven de indeling van de systeemkaart weer. Via het scherm is diagnose mogelijk terwijl het toegangspaneel is geïnstalleerd. Item Beschrijving Status NIC-koppeling/-activiteit Uit = Geen koppeling met netwerk. Als de voeding is uitgeschakeld, bekijk dan de...
Pagina 15
Lampje en kleur van Systems Lampje voor Systeemvoedingslampje Status Insight Display systeem- conditie Processor (oranje) Rood Oranje Een of meer van de volgende situaties doen zich mogelijk voor: ● Processor in socket X is defect. ● Processor X is niet geïnstalleerd in de socket.
Lampje en kleur van Systems Lampje voor Systeemvoedingslampje Status Insight Display systeem- conditie Powercap (groen) — Groen Voeding beschikbaar. Powercap (knipperend oranje) — Oranje Geen voeding beschikbaar. BELANGRIJK: Als meer dan één lampje van een DIMM-sleuf brandt, is verdere probleemoplossing nodig. Test elke set DIMM's door alle andere DIMM's te verwijderen.
Lampjes op het achterpaneel Item Beschrijving Status UID-lampje Uit = Gedeactiveerd Continu blauw = Geactiveerd Knipperend blauw = Systeem wordt op afstand beheerd Lampje NIC-koppeling Uit = Geen netwerkkoppeling Groen = Netwerkkoppeling Lampje NIC-activiteit Uit = Geen netwerkactiviteit Continu groen = Koppeling met netwerk Knipperend groen = Netwerkactiviteit Lampje van voedingsbron 2 Uit = Systeem is uitgeschakeld of voedingsbron is defect.
Connector voor detectie backplane-aanwezigheid Optische/SATA -poort 5 SATA-poort 4 Voedings-/USB-3.0-connector in het voorpaneel Connector voor netvoeding backplane schijfeenheid Connector voor HP Smart Storage-accu Connector voor optionele Location Discovery Services Sleuf voor MicroSD-kaart Dubbele interne USB 3.0-connector Smart Array-/HBA-connector Onderdelen van systeemkaart...
BELANGRIJK: Controleer of de HP Dynamic Smart Array B140i controller is uitgeschakeld voordat u schakelaar S7 gebruikt om de verouderde BIOS-opstartmodus te wijzigen. Gebruik de B140i controller niet als de server in de verouderde BIOS-opstartmodus staat.
Met de functie Virtuele NMI van iLO kan een beheerder het besturingssysteem dwingen om de NMI-handler aan te roepen en een crashdumplogboek te genereren. Ga naar de website van HP (http://www.hp.com/support/NMI) voor meer informatie. Locaties DIMM-sleuven DIMM-sleuven zijn sequentieel genummerd (1 t/m 12) voor elke processor. De ondersteunde AMP-modi gebruiken de letteraanduidingen voor populatierichtlijnen.
SAS- en SATA-apparaatnummers ● Nummering SFF 8-apparaatsleuven Definities van lampjes op hotplugschijfeenheid Item Lampjes Status Definitie Plaatsen Effen blauw De schijf wordt geïdentificeerd door een hosttoepassing. Knipperend blauw De firmware van de schijfhouder wordt bijgewerkt of moet worden bijgewerkt. Activiteitenring Draait groen Schijfactiviteit Geen schijfactiviteit...
Om schade aan de apparatuur te voorkomen, mag u de server gedurende langere tijd niet gebruiken als niet het optimale aantal ventilatoren in de server is geïnstalleerd. Hoewel de server mogelijk wel opstart, adviseert HP de server niet te gebruiken als de vereiste ventilatoren niet zijn geïnstalleerd en werken.
Pagina 24
● Op POST en in het besturingssysteem wordt het systeem door HP iLO regulier afgesloten wanneer een gevaarlijk hoge temperatuur wordt gedetecteerd. Als de serverhardware een gevaarlijk hoge temperatuur detecteert voordat het systeem regulier wordt afgesloten, wordt het systeem onmiddellijk afgesloten.
Als een toepassing niet meer reageert, kunt u deze methode gebruiken om het afsluiten te forceren. ● Gebruik de selectie van een virtuele aan/uit-knop via HP iLO. Met deze methode worden toepassingen en het besturingssysteem gecontroleerd op afstand afgesloten voordat de stand-bymodus wordt geactiveerd.
Uw vingers kunnen tussen de schuifrails bekneld raken. Server uit het rek verwijderen Ga als volgt te werk om de server te verwijderen uit een rek van HP, Compaq, telco of een ander merk: Schakel de server uit (zie De server uitschakelen op pagina 17).
Schakel de server uit (zie De server uitschakelen op pagina 17). Schuif de server uit het rek (zie Server uit het rek schuiven op pagina 17). Open of ontgrendel de vergrendeling, schuif het toegangspaneel naar de achterkant van de behuizing en verwijder het toegangspaneel.
Open de kabelbeheerarm. Houd er rekening mee dat de kabelbeheerarm rechts of links kan zijn gemonteerd. De ventilatorbehuizing verwijderen Ga als volgt te werk om het onderdeel te verwijderen: Schakel de server uit (zie De server uitschakelen op pagina 17). Ga als volgt te werk om alle stroomtoevoer uit te schakelen: Trek het netsnoer uit het stopcontact.
Verwijder de ventilatorbehuizing. VOORZICHTIG: Gebruik de server niet gedurende langere tijd met het toegangspaneel geopend of verwijderd. Het gebruik van de server op deze manier leidt tot een verkeerde luchtcirculatie en onvoldoende koeling zodat de server beschadigd kan raken door oververhitting. BELANGRIJK: Voor optimale koeling installeert u ventilatoren in alle primaire ventilatorlocaties.
Verwijder de ventilator. VOORZICHTIG: Gebruik de server niet gedurende langere tijd met het toegangspaneel geopend of verwijderd. Het gebruik van de server op deze manier leidt tot een verkeerde luchtcirculatie en onvoldoende koeling zodat de server beschadigd kan raken door oververhitting. BELANGRIJK: Voor optimale koeling installeert u ventilatoren in alle primaire ventilatorlocaties.
Verwijder de PCI-riserbehuizing. De PCI-riserbehuizing installeren WAARSCHUWING! Koppel het netsnoer los om de voeding van de server volledig uit te schakelen. Zo beperkt u het risico van persoonlijk letsel, elektrische schokken of schade aan de apparatuur. Met de knop Inschakelen/Stand-by op het voorpaneel schakelt u de voeding van het systeem niet volledig uit. Gedeelten van de voedingsbron en bepaalde interne schakelingen blijven echter ingeschakeld totdat het netsnoer is losgekoppeld.
Installeer de PCI-riserbehuizing. Installeer het toegangspaneel (zie Het toegangspaneel installeren op pagina 19). Installeer de server in het rek (zie Server in het rek installeren op pagina 30). Sluit alle netsnoeren aan op de server. Sluit alle netsnoeren aan op de voedingsbron. Schakel de server in (zie De server inschakelen op pagina 17).
Zet de houder van de full-length uitbreidingskaart vast. Installeer het toegangspaneel (zie Het toegangspaneel installeren op pagina 19). Installeer de server in het rek (zie Server in het rek installeren op pagina 30). Sluit alle netsnoeren aan op de server. Sluit alle netsnoeren aan op de voedingsbron.
Pagina 34
Verwijder de ventilatieplaat. Als u het onderdeel wilt terugplaatsen, voert u de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit. Hoofdstuk 3 Bediening...
Instellingen Optionele installatieservices Als u kiest voor HP Care Pack Services, maken ervaren, door HP gecertificeerde technici uw servers volledig operationeel met ondersteuningspakketten die specifiek op de HP ProLiant systemen zijn afgestemd. Met Care Packs van HP kunt u hardware- en software-ondersteuning integreren in één pakket. U kunt kiezen uit een aantal serviceniveaus om te voorzien in uw behoeften.
Laat minimaal 121,9 cm vrij tussen de achterkant van het rek en de achterkant van een ander rek of een rij rekken. HP servers zuigen koele lucht aan via het voorpaneel en blazen warme lucht uit via het achterpaneel. Daarom moeten er in het voorpaneel van het rek voldoende ventilatieopeningen zijn om de lucht naar binnen te laten en in het achterpaneel voldoende ventilatieopeningen waardoor de warme lucht het rek kan verlaten.
VOORZICHTIG: U verkleint als volgt het risico op beschadiging van de apparatuur bij het installeren van opties van andere fabrikanten: ● Zorg ervoor dat de optionele apparatuur de luchtcirculatie rond de server niet belemmert en dat de interne rektemperatuur niet boven de maximaal toegestane waarde uitkomt. ●...
Waarschuwingen met betrekking tot rek WAARSCHUWING! Beperk het risico van persoonlijk letsel en schade aan de apparatuur door ervoor te zorgen dat: ● De stelvoetjes van het rek op de grond staan; ● Het volle gewicht van het rek op de nivelleringsaansluitingen rust. ●...
Pagina 39
Installeer de server en kabelbeheerarm in het rek. Raadpleeg de installatie-instructies bij het 2U Quick Deploy Rail System geleverd voor meer informatie. Sluit randapparatuur aan op de server. Zie Onderdelen op het achterpaneel op pagina 8 voor informatie over de identificatie van connectoren. WAARSCHUWING! Sluit geen telefoon- of telecommunicatieconnectoren op de RJ-45-connectoren aan om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te beperken.
Voor een goede werking van de server moet u een besturingssysteem gebruiken dat door de server wordt ondersteund. Voor de meest recente informatie over besturingssysteemondersteuning raadpleegt u de QuickSpecs van het DL380z Gen9 virtuele werkstation http://h71069.www7.hp.com/quickspecs/ overview.html.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding van HP UEFI Systeemhulpprogramma's op de website van HP (http://www.hp.com/go/ProLiantUEFI/docs) voor meer informatie over de automatische configuratie. Server registreren Voor snellere service en efficiëntere ondersteuning registreert u het product op de website HP Productregistratie (http://register.hp.com). Inschakelen en opstartopties selecteren in UEFI-opstartmodus...
Hardwareopties installeren Server-QuickSpecs Voor meer informatie over productfuncties, specificaties, configuraties en compatibiliteit raadpleegt u de QuickSpecs van het product op de website van HP (http://www8.hp.com/h20195/v2/GetDocument.aspx? docname=c04484636). Inleiding Als meerdere opties worden geïnstalleerd, lees dan de installatie-instructies voor alle hardware-opties en zoek naar vergelijkbare stappen om het installatieproces te stroomlijnen.
Pagina 43
Open de verschillende vergrendelingshendels van de processor in de volgorde die is aangegeven in de volgende illustratie en open daarna de processorbeugel vasthoudt. Verwijder het afdekplaatje van de processoraansluiting. Bewaar het afdekplaatje van de processoraansluiting voor toekomstig gebruik. VOORZICHTIG: DE PENNEN OP DE SYSTEEMKAART ZIJN ZEER KWETSBAAR EN ZIJN SNEL BESCHADIGD.
Pagina 44
Installeer de processor. Controleer of de processor volledig in de processorbeugel is geplaatst, door de processorinstallatiegeleiders aan beide zijden van de processor grondig te inspecteren. DE PENNEN OP DE SYSTEEMKAART ZIJN ZEER KWETSBAAR EN ZIJN SNEL BESCHADIGD. Sluit de beugel van de processor. Wanneer de processor correct in de processorbeugel is geïnstalleerd, is de flens aan de voorkant van de processorbeugel helemaal vrij.
Pagina 45
Houd de processorbeugel op zijn plaats terwijl u de afzonderlijke vergrendelingshendels van processor sluit. Druk alleen op het gebied dat is aangegeven op de processorbeugel. VOORZICHTIG: Sluit het afdekplaatje van de processoraansluiting en houd het ingedrukt terwijl u de vergrendelingshendels van de processor sluit. U moet de hendels zonder enige weerstand kunnen sluiten.
Pagina 46
Plaats het koelelement op de achterplaats van de processor. Draai één paar diagonaal tegenover elkaar liggende schroeven halfweg en draai vervolgens het andere paar schroeven vast. Voltooi de installatie door de schroeven in dezelfde volgorde helemaal vast te draaien. Verwijder de ventilatordummy's uit locatie 1 en 2. Zie Hot-pluggable ventilatoren op pagina 15 of het label op de behuizing naast de ventilatoren voor informatie over de locatie en nummering van de...
Installeer de ventilatoren op locatie 1 en 2. Installeer de ventilatieplaat. Installeer het toegangspaneel (zie Het toegangspaneel installeren op pagina 19). Installeer de server in het rek. Sluit alle netsnoeren aan op de server. Sluit alle netsnoeren aan op de voedingsbron. Druk op de knop Inschakelen/Stand-by.
HP kwalificatie- en testprocedures. De prestaties van gekwalificeerd geheugen zijn geoptimaliseerd voor HP ProLiant- en BladeSystem-servers en het geheugen biedt uitgebreide ondersteuning in de toekomst via HP Active Health en beheerbaarheidssoftware.
Kanaal Populatievolgorde Sleufnummer Locaties DIMM-sleuven op pagina 13 voor de locatie van de sleufnummers. Deze architectuur met meerdere kanalen zorgt voor betere prestaties in de modus Advanced ECC. Deze architectuur maakt ook de online-reservemodus mogelijk. De DIMM-sleuven in deze server worden aangegeven door een nummer en een letter. Letters geven de populatievolgorde aan.
L = LRDIMM (verlaagde belasting) Voor meer informatie over productfuncties, specificaties, configuraties en compatibiliteit raadpleegt u de QuickSpecs van het product op de website van HP (http://www.hp.com/go/qs). Geheugenconfiguraties Voor een optimale beschikbaarheid van de server ondersteunt de server de volgende AMP-modi: ●...
Met de HP Advanced Memory Error Detection technologie genereert de server een melding wanneer een DIMM in prestaties afneemt en meer kans heeft op een onherstelbare geheugenfout.
DIMM's moeten worden gevuld vanaf de sleuf die zich het verst van de processor op elk kanaal bevindt. ● Reserve-DIMM's installeert u per sleufnummer zoals wordt aangegeven door de systeemsoftware. Ga naar de website van HP (http://www.hp.com/go/memory) voor meer informatie over servergeheugen. DIMM-snelheden worden ondersteund zoals aangegeven in de volgende tabel. Gevulde sleuven (per kanaal)
Populatievolgorde Voor geheugenconfiguraties met een of meer processoren moeten DIMM's in alfabetisch volgorde (A t/m L) worden gevuld. Gebruik na installatie van de DIMM's de BIOS/Platform-configuratie (RBSU) in de UEFI Systeemhulpprogramma's om de ondersteunde AMP-modi te configureren. Een DIMM installeren De server ondersteunt maximaal 24 DIMM's.
Sluit alle netsnoeren aan op de voedingsbron. Schakel de server in (zie De server inschakelen op pagina 17). Gebruik de BIOS-/Platform-configuratie (RBSU) in de systeem UEFI Systeemhulpprogramma's om de geheugenmodus te configureren. Combinaties van de Systems Insight Display-lampjes op pagina 6 voor meer informatie over lampjes en het oplossen van problemen met defecte DIMM's.
Installeer de schijfeenheid. Bepaal de status van de schijfeenheid aan de hand van de stationslampjes (zie Definities van lampjes op hotplugschijfeenheid op pagina 14). Een vaste SAS- of SATA-hotplugschijf verwijderen VOORZICHTIG: Voor een juiste koeling mag de server niet worden gebruikt wanneer toegangspaneel, ventilatieplaten, afdekplaatjes van uitbreidingskaart of dummy's niet zijn geïnstalleerd.
Pagina 56
● Schuif de server uit het rek (zie Server uit het rek schuiven op pagina 17). ● Verwijder de server uit het rek (zie Server uit het rek verwijderen op pagina 18). Verwijder het toegangspaneel (zie Toegangspaneel verwijderen op pagina 18).
Pagina 57
Installeer de optische schijf (optioneel). Ga als volgt te werk om de kabels aan te sluiten: Sluit de VGA-kabel aan op de optionele VGA-connector. Sluit de USB-kabel aan op de dubbele interne USB 3.0-connector in het voorpaneel. Universele-mediasleuf...
Sluit de kabel van de optische SATA-schijf aan op de connector van de optische schijf in het voorpaneel (optioneel). Installeer de ventilatorbehuizing. Installeer de ventilatieplaat. Installeer het toegangspaneel (zie Het toegangspaneel installeren op pagina 19). Schuif de server in het rek. Sluit alle netsnoeren aan op de server.
Leid het netsnoer om. Volg de aanbevolen werkwijzen bij het omleiden van netsnoeren en andere kabels. Er is een kabelbeheerarm beschikbaar om u te helpen bij het omleiden van kabels. Neem contact op erkende HP-dealer als u een kabelbeheerarm wilt aanschaffen. Het netsnoer aansluiten op de netvoedingsbron.
Het afdekplaatje van een uitbreidingssleuf verwijderen WAARSCHUWING! Koppel het netsnoer los om de voeding van de server volledig uit te schakelen. Zo beperkt u het risico van persoonlijk letsel, elektrische schokken of schade aan de apparatuur. Met de knop Inschakelen/Stand-by op het voorpaneel schakelt u de voeding van het systeem niet volledig uit. Gedeelten van de voedingsbron en bepaalde interne schakelingen blijven echter ingeschakeld totdat het netsnoer is losgekoppeld.
● Optionele primaire PCI-riserbehuizing ● Secundaire PCI-riserbehuizing Als u het onderdeel wilt terugplaatsen, voert u de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit. Uitbreidingskaart installeren Schakel de server uit (zie De server uitschakelen op pagina 17). Ga als volgt te werk om alle stroomtoevoer uit te schakelen: Trek het netsnoer uit het stopcontact.
Installeer de uitbreidingskaart. Sluit de vereiste interne of externe kabels aan op de uitbreidingskaart. Raadpleeg de documentatie bij de uitbreidingskaart. Installeer de PCI-riserbehuizing (zie De PCI-riserbehuizing installeren op pagina 23). Installeer het toegangspaneel (zie Het toegangspaneel installeren op pagina 19). Installeer de server in het rek (zie Server in het rek installeren op pagina 30).
Pagina 63
Verwijder de standaard PCI-riser uit de primaire sleuf. Verwijder de dummy uit de optionele PCI-riserbehuizing met 2 sleuven. Installeer een optionele uitbreidingskaart in de PCI-riserbehuizing. PCI-riserbehuizing met 2 sleuven...
Installeer de optionele PCI-riserbehuizing met 2 sleuven. Sluit de vereiste interne of externe kabels aan op de uitbreidingskaart. Raadpleeg de documentatie bij de uitbreidingskaart. Installeer het toegangspaneel (zie Het toegangspaneel installeren op pagina 19). Schuif de server in het rek. Sluit alle netsnoeren aan op de server.
Pagina 65
Verwijder het toegangspaneel (zie Toegangspaneel verwijderen op pagina 18). Verwijder de secundaire PCI-riserbehuizing. Op sommige modellen hoeft u slechts twee schroeven te verwijderen. Verwijder de dummy uit de optionele PCI-riserbehuizing met 3 sleuven. Installeer een uitbreidingskaart in de PCI-riserbehuizing. PCI-riserbehuizing met 3 sleuven...
Installeer de optionele PCI-riserbehuizing met 3 sleuven. Installeer het toegangspaneel (zie Het toegangspaneel installeren op pagina 19). Schuif de server in het rek. Sluit alle netsnoeren aan op de server. Sluit alle netsnoeren aan op de voedingsbron. Schakel de server in (zie De server inschakelen op pagina 17).
Pagina 67
Verwijder de ventilatieplaat (zie De ventilatieplaat verwijderen op pagina 25). Verwijder de standaard efficiency luchtverdelers van de ventilatieplaat. Bevestig de GPU-borgklemmetjes op de ventilatieplaat. GPU-inschakelingskit...
Pagina 68
Verwijder de standaard koelelementen. Installeer de hoogwaardige koelelementen. Hoofdstuk 5 Hardwareopties installeren...
Pagina 69
Installeer de ventilatieplaat. BELANGRIJK: Deze server ondersteunt GPU-riserbehuizingen op zowel de primaire als de secundaire riserlocaties. In dit document wordt de installatie op de secundaire riserlocatie geïllustreerd. Verwijder de secundaire PCI-riserbehuizing. Op sommige modellen moet u meer dan twee schroeven verwijderen.
Pagina 70
Installeer een GPU in de optionele GPU-riserbehuizing. Sluit het netsnoer aan. Hoofdstuk 5 Hardwareopties installeren...
Pagina 71
Druk boven op de borgklemmetjes en schuif ze naar de ontgrendelde positie. Installeer de GPU-riser-behuizing. GPU-inschakelingskit...
Schuif de borgklemmetjes in de vergrendelde positie. Installeer het toegangspaneel (zie Het toegangspaneel installeren op pagina 19). Schuif de server in het rek. Sluit alle netsnoeren aan op de server. Sluit alle netsnoeren aan op de voedingsbron. Schakel de server in (zie De server inschakelen op pagina 17).
Pagina 73
Verwijder de ventilatorbehuizing (zie De ventilatorbehuizing verwijderen op pagina 20). Verwijder de sleufdummy. SFF-houder met acht sleuven in voorpaneel voor sleuf 1...
Pagina 74
Installeer de SFF-houder met acht sleuven in het voorpaneel. Ga als volgt te werk om de voedingskabel aan te sluiten wanneer u schijfeenheden plaatst: ● Enkele kabelverbinding Hoofdstuk 5 Hardwareopties installeren...
Pagina 75
● Y-kabelverbinding als de optie SFF 2 is geïnstalleerd in de sleuf aan de achterkant Sluit de gegevenskabel aan op een van de volgende configuraties: ● Aangesloten op een PCI-uitbreidingskaart SFF-houder met acht sleuven in voorpaneel voor sleuf 1...
Pagina 76
Hoofdstuk 5 Hardwareopties installeren...
● Aangesloten op een HP 12G SAS Expander-kaart Installeer de ventilatorbehuizing. Installeer het toegangspaneel (zie Het toegangspaneel installeren op pagina 19). Schuif de server in het rek. Sluit alle netsnoeren aan op de server. Sluit alle netsnoeren aan op de voedingsbron.
Pagina 78
Trek het netsnoer uit het stopcontact. Koppel alle netsnoeren los van de server. Voer een van de volgende acties uit: ● Schuif de server uit het rek (zie Server uit het rek schuiven op pagina 17). ● Verwijder de server uit het rek (zie Server uit het rek verwijderen op pagina 18).
Pagina 79
Verwijder het standaardoor. Installeer het Location Discovery Services-oor en leid de kabel van de detectieservice door het zijkanaal. Location Discovery Services-oor...
Pagina 80
Installeer het kabelbeschermingspaneel. Sluit de kabel van de detectieservice aan. Installeer de ventilatorbehuizing. Installeer het toegangspaneel (zie Het toegangspaneel installeren op pagina 19). Schuif de server in het rek. Sluit alle netsnoeren aan op de server. Sluit alle netsnoeren aan op de voedingsbron. Schakel de server in (zie De server inschakelen op pagina 17).
FlexibleLOM Ga als volgt te werk om het onderdeel te installeren: Schakel de server uit. Zie De server uitschakelen op pagina Ga als volgt te werk om alle stroomtoevoer uit te schakelen: Trek het netsnoer uit het stopcontact. Koppel alle netsnoeren los van de server. Voer een van de volgende acties uit: ●...
Sluit alle netsnoeren aan op de voedingsbron. Schakel de server in (zie De server inschakelen op pagina 17). HP 12G SAS Expander-kaart Houd rekening met de volgende vereisten voordat u de HP 12G SAS Expander-kaart installeert: ● De volgende onderdelen moeten worden geïnstalleerd: ◦ Opslagcontroller ●...
776401-001 X4 mini-SAS-kabels Poort 9 2SFF/3LFF Poorten voor HP 12G SAS Expander-kaart Ga als volgt te werk om het onderdeel te installeren: Schakel de server uit (zie De server uitschakelen op pagina 17). Ga als volgt te werk om alle stroomtoevoer uit te schakelen:...
Pagina 84
Verwijder de ventilatieplaat (zie De ventilatieplaat verwijderen op pagina 25). Verwijder de ventilatorbehuizing (zie De ventilatorbehuizing verwijderen op pagina 20). Verwijder de primaire PCI-riserbehuizing. BELANGRIJK: De HP 12G SAS Expander-kaart kan niet worden geplaatst in de tweede PCI- riserbehuizing. Hoofdstuk 5 Hardwareopties installeren...
Pagina 85
Poort 9 Installeer de SAS Expander-kaart. De kabels worden voor de duidelijkheid niet weergegeven. BELANGRIJK: De HP 12G SAS Expander-kaart wordt alleen ondersteund in sleuf 2. BELANGRIJK: Als u een controller met PCI-sleuf gebruikt, installeer de controller dan in sleuf 1.
Pagina 86
● HP Flexible Smart Array Controller met 2 x4-connectoren (SAS-kabels uit groep A) ● Smart Array Controller met PCI-sleuven met x8-connector (SAS-kabels uit groep A) Installeer de ventilatieplaat. Installeer de ventilatorbehuizing. Installeer het toegangspaneel (zie Het toegangspaneel installeren op pagina 19).
De server inschakelen op pagina 17). HP Flexible Smart Array Controller VOORZICHTIG: HP adviseert om een volledige back-up van alle servergegevens uit te voeren voordat u een controller of adapter installeert of verwijdert. Bekijk de volgende vereisten voordat u de controller installeert: ●...
Schuif de server in het rek. Sluit alle netsnoeren aan op de server. Sluit alle netsnoeren aan op de voedingsbron. Controleer of de HP Smart Storage-accu is geïnstalleerd voordat u het systeem inschakelt (zie HP Smart Storage-accu op pagina 80).
Leid de kabel om. Installeer de ventilatorbehuizing. Installeer de ventilatieplaat. Installeer het toegangspaneel (zie Het toegangspaneel installeren op pagina 19). Schuif de server in het rek. Sluit alle netsnoeren aan op de server. Sluit alle netsnoeren aan op de voedingsbron. Schakel de server in (zie De server inschakelen op pagina 17).
Pagina 90
● Standaardventilatoren Hoofdstuk 5 Hardwareopties installeren...
Installeer ventilatoren met hoge prestaties op alle locaties. Installeer het toegangspaneel (zie Het toegangspaneel installeren op pagina 19). Schuif de server in het rek. Sluit alle netsnoeren aan op de server. Sluit alle netsnoeren aan op de voedingsbron. Schakel de server in (zie De server inschakelen op pagina 17).
Schakel de server in (zie De server inschakelen op pagina 17). HP Trusted Platform Module Voor meer informatie over productfuncties, specificaties, configuraties en compatibiliteit raadpleegt u de QuickSpecs van het product op de website van HP (http://www.hp.com/go/qs). Hoofdstuk 5 Hardwareopties installeren...
87). De Trusted Platform Module inschakelen (zie De Trusted Platform Module inschakelen op pagina 87). Voor het inschakelen van de TPM hebt u de BIOS/Platform-configuratie (RBSU) in HP UEFI Systeemhulpprogramma's nodig (zie HP UEFI System Utilities (UEFI Systeemhulpprogramma's) op pagina 102).
Pagina 94
Verwijder de ventilatieplaat (zie De ventilatieplaat verwijderen op pagina 25). Zoek de TPM-connector. Zie Onderdelen van systeemkaart op pagina VOORZICHTIG: Elke poging om een geïnstalleerde TPM te verwijderen van de systeemkaart verbreekt of beschadigt de TPM-beveiligingsknop. Wanneer een verbroken of beschadigde beveiligingsknop op een geïnstalleerde TPM wordt aangetroffen, is er mogelijk ingebroken op het systeem, en moeten beheerders de noodzakelijke maatregelen treffen om de integriteit van de systeemgegevens te waarborgen.
Voor meer informatie over firmware-updates en hardwareprocedures leest u het artikel Aanbevolen werkwijzen voor HP Trusted Platform Module op de website van HP (http://www.hp.com/support). Voor meer informatie over het aanpassen van het TPM-gebruik in BitLocker gaat u naar de website van Microsoft (http://technet.microsoft.com/en-us/library/cc732774.aspx).
Bekabeling Bekabeling van SFF-houder met acht sleuven in het voorpaneel Installatie sleuf 1 Ga als volgt te werk om het netsnoer aan te sluiten: ● Enkele kabelverbinding Hoofdstuk 6 Bekabeling...
Pagina 97
● Y-kabelverbinding als de SFF-houder met twee sleuven is geïnstalleerd in de achterste sleuf Bekabeling van SFF-houder met acht sleuven in het voorpaneel...
Pagina 98
Ga als volgt te werk om de gegevenskabel aan te sluiten: ● Aangesloten op een PCI-uitbreidingskaart Hoofdstuk 6 Bekabeling...
Pagina 99
● Aangesloten op een HP 12G SAS Expander-kaart Installatie sleuf 2 Sluit het netsnoer aan. Bekabeling van SFF-houder met acht sleuven in het voorpaneel...
Pagina 100
Ga als volgt te werk om de gegevenskabel aan te sluiten: ● Aangesloten op een PCI-uitbreidingskaart Hoofdstuk 6 Bekabeling...
● Aangesloten op een HP 12G SAS Expander-kaart Bekabeling universele-mediasleuf Sluit de VGA-kabel aan op de optionele VGA-connector. Sluit de USB-kabel aan op de dubbele interne USB 3.0-connector in het voorpaneel. Bekabeling universele-mediasleuf...
Pagina 102
Sluit de kabel van de SATA-optische schijf aan op de connector van de optische schijf in het voorpaneel. Hoofdstuk 6 Bekabeling...
PCIe-netsnoer 150 W VOORZICHTIG: LET OP: Schakel de server uit en verwijder alle netsnoeren voordat u de behuizing van de PCI-uitbreidingskaart verwijdert of installeert. Zo voorkomt u schade aan de server of de uitbreidingskaarten. Sluit de kabel aan die is meegeleverd bij de PCIe-kaart. PCIe-netsnoer 150 W...
Software en configuratieprogramma's OPMERKING: Een deel van de documentatie die dit product ondersteunt, bevat de productnamen HP Proliant en DL380p Gen8 Server, maar de meeste informatie in die documenten is van toepassing op dit werkstation. Omdat dit product uitsluitend wordt ondersteund door de besturingssystemen VMware en Citrix, informatie die specifiek is gericht op Microsoft Windows en Linux zijn mogelijk niet van toepassing.
● iLO besturen met behulp van een extern beheerprogramma. Raadpleeg voor meer informatie over functies van HP iLO de documentatie van HP iLO op de website van HP (http://www.hp.com/go/ilo/docs). De hardware- en softwarefuncties van HP iLO 4, zoals de NAND-grootte en de geïntegreerde gebruikerspartitie, zijn afhankelijk van het model van de server.
HP RESTful API-ondersteuning voor HP iLO HP iLO 4 firmwareversie 2.00 en later bevat de HP RESTful API. De HP RESTful API is een managementinterface waarmee serverbeheerprogramma's de configuratie, inventarisatie en bewaking van een HP ProLiant-server kunnen uitvoeren via iLO. Een REST-client verstuurt HTTPS-bewerkingen naar de iLO- webserver om gegevens in de JSON-indeling op te halen (GET) en te patchen (PATCH), en om ondersteunde iLO- en serverinstellingen, zoals de UEFI BIOS-instellingen te configureren.
HP iLO 4 ondersteunt de RESTful API van HP met HP ProLiant Gen8- en latere servers. Ga naar de website van HP (http://www.hp.com/support/restfulinterface/docs) voor meer informatie over de HP RESTful API. Integrated Management Log (geïntegreerd managementlogboek) IML (Integrated Management Log) is een logboek waarin honderden gebeurtenissen worden vastgelegd en opgeslagen op een zodanige manier dat u ze eenvoudig kunt bekijken.
HP Insight Online HP Insight Online is een optie in de portal van het HP Ondersteuningscentrum. In combinatie met een centrale verbinding met HP Insight Remote Support of een directe verbinding met HP Insight Online wordt automatisch informatie verzameld over de apparaatstatus, gegevens en ondersteuning, met contract- en garantiegegevens.
Dit hulpprogramma, dat beschikbaar is in versies voor Microsoft Windows en Linux, helpt een juiste werking van het systeem te waarborgen. Voor meer informatie of voor het downloaden van het hulpprogramma, gaat u naar de website van HP (http://www.hp.com/servers/diags). HP Insight Diagnostics Online Edition is ook beschikbaar in de SPP Service Pack voor ProLiant op pagina 102).
Dit geautomatiseerde serverconfiguratieproces verkort de tijd die nodig is voor een implementatie en maakt het mogelijk om snelle, high-volume serverimplementaties te schalen. Voor meer informatie en voor het downloaden van de Scripting Toolkit gaat u naar de website van HP (http://www.hp.com/go/ProLiantSTK).
Voor meer informatie over de HP UEFI Systeemhulpprogramma's raadpleegt u de Gebruikershandleiding van HP UEFI Systeemhulpprogramma's voor HP ProLiant Gen9-servers op de website van HP (http://www.hp.com/ go/ProLiantUEFI/docs). Scan de QR-code onder in het scherm voor toegang tot de voor mobiele apparatuur geoptimaliseerde online- help voor de UEFI Systeemhulpprogramma's en de UEFI Shell.
Geïntegreerde UEFI Shell Het systeem-BIOS in alle HP ProLiant Gen9-servers bevat een geïntegreerde UEFI Shell in het ROM. De omgeving van de UEFI Shell bevat een API, een opdrachtregelprompt en een reeks CLI's voor scripting, bestandsmanipulatie en systeeminformatie.
HP ProLiant Gen9-servers bevatten ondersteuning voor een met UEFI compatibel systeem-BIOS, evenals UEFI Systeemhulpprogramma's en geïntegreerde UEFI Shell-pre-bootomgevingen. HP ProLiant Gen9-servers ondersteunen ook de configuratie van de UEFI BIOS-instellingen met behulp van de HP RESTful API. Dit is een beheerinterface waarmee beheerprogramma's de configuratie, inventarisatie en bewaking van een HP ProLiant-server kunnen uitvoeren.
ACU in HP SSA vervangen door een uitgebreide GUI en extra configuratiefuncties. HP SSA bestaat in drie interface-indelingen: HP SSA GUI, HP SSA CLI en HP SSA Scripting. Hoewel alle indelingen ondersteuning bieden voor configuratietaken, zijn enkele geavanceerde taken maar in één indeling beschikbaar.
● omgevingen die geen eigen USB-ondersteuning bieden Externe USB-functionaliteit HP biedt externe USB-ondersteuning ten behoeve van een lokale verbinding met USB-apparaten voor serverbeheer, configuratie en diagnostische procedures. Voor extra beveiliging kan externe USB-functionaliteit worden uitgeschakeld via USB-opties in UEFI Systeemhulpprogramma's.
DL380zGen9/download). HP Technology Service Portfolio Verbinding maken met HP voor hulp bij het overstappen op IT nieuwe stijl. HP Technology Services levert vertrouwen en vermindert het risico door u te helpen een flexibele en stabiele IT-infrastructuur te realiseren. Raadpleeg onze experts op het gebied van privé of hybride cloudomgevingen, zware gegevens- en mobiliteitsvereisten, het verbeteren van de infrastructuur van datacenters en een efficiënter gebruik van...
Veranderingsbeheer en proactieve meldingen Met veranderingsbeheer en proactieve meldingen van HP worden klanten 30 tot 60 dagen vooraf op de hoogte gebracht van op handen zijnde wijzigingen in de hardware en software van commerciële HP producten.
De HP ProLiant Gen9 Troubleshooting Guide, Volume II: Error Messages bevat een lijst met foutmeldingen en informatie ter ondersteuning van het interpreteren en oplossen van foutmeldingen op ProLiant-servers en server blades. Ga naar http://www.hp.com/support/Gen9_EMG_en...
Accu vervangen Als de server niet meer automatisch de juiste datum en tijd weergeeft, moet de accu die de real-timeklok van voeding voorziet, mogelijk worden vervangen. WAARSCHUWING! De computer bevat een interne lithiummangaandioxide-, een vanadiumpentoxide- of een alkalinebatterij of -accu. Als u niet op de juiste manier omgaat met de accu, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen.
Pagina 120
Verwijder de accu. Als u het onderdeel wilt terugplaatsen, voert u de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit. Neem contact op met een geautoriseerde Business Partner voor meer informatie over het vervangen of afvoeren van accu's. 112 Hoofdstuk 9 Accu vervangen...
10 Wettelijke kennisgevingen Informatie over veiligheid en naleving van regelgeving Voor informatie over veiligheid, milieu en wettelijke kennisgevingen gaat u naar Veiligheids- en nalevingsinformatie voor server-, opslag, netwerk- en rekproducten op de website van HP (http://www.hp.com/support/Safety-Compliance-EnterpriseProducts). Belarus Kazakhstan Russia marking Fabrikant Hewlett-Packard Company, Adres: 3000 Hanover Street, Palo Alto, California 94304, U.S.
Gebruik een draagbare gereedschapskist met een opvouwbare dissiperende werkmat. Als u niet beschikt over deze hulpmiddelen voor een juiste aarding, laat u het onderdeel door een geautoriseerde HP Service Partner installeren. Neem contact op met een geautoriseerde Business Partner voor meer informatie over statische elektriciteit of hulp bij de installatie van het product.
40 °C tot 45 °C op zeeniveau met een hoogteafname van 1,0 °C per 125 m boven 900 m tot een maximum van 3048 m. De goedgekeurde hardwareconfiguraties voor dit systeem worden vermeld op de website van HP (http://www.hp.com/go/proliant/ASHRAE). Mechanische specificaties...
117) ● HP 1400W Flex Slot Platinum Plus hotplugvoedingsbron (zie HP 1400W Flex Slot Platinum Plus hotplugvoedingsbron op pagina 118) Voor gedetailleerde voedingsbronspecificaties gaat u naar de website van HP (http://www.hp.com/go/ proliant/powersupply). HP 800W Flex Slot Platinum hotplugvoedingsbron Specificatie Waarde...
800 W bij 200 V wisselstroom tot 240 V wisselstroom Maximaal piekvermogen 800 W bij 100 V wisselstroom tot 120 V wisselstroom ingangsvermogen 800 W bij 200 V wisselstroom tot 240 V wisselstroom HP 1400W Flex Slot Platinum Plus hotplugvoedingsbron Specificatie Waarde Spanningsvereisten...
13 Ondersteuning en andere hulpmiddelen Voordat u contact opneemt met HP Zorg dat u tijdens het gesprek met de HP helpdesk de volgende informatie bij de hand heeft: ● Actieve Health System-logboek (HP ProLiant Gen8 of latere producten) Download een Active Health System-logboek vanaf 7 dagen voordat de storing is gedetecteerd, en houd dit bij de hand.
Pagina 128
Er zijn twee categorieën CSR-onderdelen: ● Verplicht: Onderdelen die de klant zelf moet vervangen. Als u HP verzoekt deze onderdelen voor u te vervangen, worden u voor deze service reiskosten en arbeidsloon in rekening gebracht. ●...
Option ROM Configuration for Arrays (hulpprogramma) PCIe Peripheral Component Interconnect Express POST PowerOn SelfTest (zelftest bij opstarten) HP ProLiant Support Pack RBSU ROM-Based Setup Utility (installatieprogramma in het ROM) RDIMM Registered dual in-line memory module (geregistreerde dubbele inline geheugenmodule) Rapid Deployment Pack...
Pagina 130
Trusted Platform Module UDIMM unregistered dual in-line memory module Unit Identification Uninterruptible Power System (ononderbroken voedingsbron) Universal Serial Bus Version Control Agent 122 Hoofdstuk 14 Acroniemen en afkortingen...
15 Feedback over de documentatie HP vindt het belangrijk om documentatie mee te leveren die beantwoordt aan uw behoeften. Als u ons wilt helpen onze documentatie verder te verbeteren, kunt u uw suggesties of opmerkingen sturen naar Feedback over documentatie (mailto:docsfeedback@hp.com). Vermeld in uw e-mail de titel van het document, het...
Aan/uit-knop 17, 33 software 108 aarding 29 HP RESTful API-ondersteuning 98 Elektrostatische ontlading 115 Aardingsmethoden 115 HP Service Pack voor ProLiant 96, Erase Utility 96, 101 accu 111 achterkant, onderdelen 8 HP SmartMemory 40 achterpaneel, toegang tot 19 HP Smart Storage-accu 80...
Pagina 133
Veranderingsbeheer 109 ORCA (Option ROM Configuration voor standaardinstellingen 43 verpakking, inhoud 30 Arrays) 96 statuslampjes 3 versiebeheer 108 Overzicht van HP Smart Update statusstuurprogramma 106 verwijderen, toegangspaneel 18 Manager 96, 102 stroomvereisten 29 verwijderen, vaste SAS- Stuurprogramma's 107 hotplugschijf 47...
Pagina 134
9 voedingsstoringslampjes 4 voorbereidingen 17 voordat u contact opneemt met HP voorpaneel, onderdelen 2 waarschuwingen 30 waarschuwingen met betrekking tot rek 30 website, HP 119 wettelijke kennisgevingen 113 126 Index...