6 Installatie
Aanhaalmomenten
Afmeting
Aanhaalmoment N•m (rechtsom draaien om te
afsluiter
(mm)
Klephuis
Zeskantsle
Ø9,5
5,4~6,6
4 mm
Ø12,7
8,1~9,9
Ø19,1
27,0~33,0
8 mm
6.4.6
Dichtgeknepen leidingen verwijderen
WAARSCHUWING
Gas of olie die nog overblijft in de afsluiter kan de
dichtgeknepen leiding wegblazen.
Het niet goed naleven van de instructies in de
onderstaande procedure kan leiden tot schade aan
voorwerpen of persoonlijk letsel (afhankelijk van de
omstandigheden kan dit ernstig zijn).
Verwijder de dichtgeknepen leiding met de volgende procedure:
1 Verwijder het klepdeksel en zorg dat de afsluiters helemaal
dicht zijn.
a
b
c
d
a
Servicepoort en servicepoortdeksel
b
Afsluiter
c
Aansluiting lokale leiding
d
Deksel afsluiter
2 Sluit het vacumeer-/aftaptoestel via een verdeelstuk aan op de
servicepoort van alle afsluiters.
p <
p >
A
B
f
a
d
N2
R410A
b
c
e
a
Reduceerklep
b
Stikstof
c
Weegschaal
d
Fles R410A-koelmiddel (hevelsysteem)
e
Vacuümpomp
f
Afsluiter vloeistofleiding
g
Afsluiter gasleiding
A
Klep A
B
Klep B
3 Verwijder gas en olie uit de dichtgeknepen leiding met behulp
van een aftaptoestel.
VOORZICHTIG
Laat geen gassen vrij in de atmosfeer.
4 Maak de vulslang los en sluit de servicepoorten af zodra alle
gas en olie uit de dichtgeknepen leiding is verwijderd.
5 Snijd het onderste deel van de leidingen van de gas- en
vloeistofafsluiters af op de zwarte streep. Gebruik hiervoor
gepast gereedschap (bijv. een pijpensnijder, een kniptang).
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
20
sluiten)
Schacht
Deksel
Servicepoo
utel
(afsluiterde
rt
ksel)
13,5~16,5
11,5~13,9
18,0~22,0
22,5~27,5
g
WAARSCHUWING
Verwijder
de
dichtgeknepen
hardsolderen.
Gas of olie die nog overblijft in de afsluiter kan de
dichtgeknepen leiding wegblazen.
6 Wacht tot alle olie uit de leiding is gedruppeld alvorens verder
te gaan met de aansluiting van de lokale leiding wanneer niet
alle olie kon worden afgetapt.
6.4.7
Koelmiddelleiding op buitenunit
aansluiten
OPMERKING
Let er ook op dat de lokale leidingen geen andere
leidingen of bodem- of zijpaneel raken. Vooral voor de
aansluiting aan de onderkant en de zijkant moet de leiding
met gepast isolatiemateriaal worden beschermd, om te
voorkomen dat ze in contact komt met de behuizing.
1 Doe het volgende:
▪ Verwijder het servicedeksel. Zie
openen" op
pagina 16.
▪ Verwijder de inlaatplaat van de leidingen (a) met schroef (b).
a
b
2 Kies de richting langs waar u de leiding wilt leggen (a, b, c of d).
d
a
c
b
3 Als u de leiding langs onder wilt leggen:
▪ Boor (a, 4×) en open de uitbreekopening (b).
▪ Snijd de gleuven (c) uit met een metaalzaag.
a
b
4× Ø6 mm
c
c
leiding
nooit
door
"6.2.2 De buitenunit
RXYSQ4~6TAY1B
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P482257-1 – 2017.03