Waarborgen van de functionele veiligheid
3.5 Algemene opmerkingen voor de installatie van de veilige rem
Situatie van de rem onder de kap
①
②
2415 Rem
2423 Handmatige ventilatiehendel
2480 Roterende encoder
2605 Ventilatorkap van de motor / externe ventilator
2615 Beschermdak
3.5
Algemene opmerkingen voor de installatie van de veilige rem
Onbedoeld starten van het aandrijfaggregaat
Alle werkzaamheden mogen alleen aan een stilstaande machine in vrijgeschakelde en tegen
herinschakelen beveiligde toestand worden uitgevoerd. Dit geldt ook voor hulpkringen (bijv.
stilstandverwarming).
Controleren of er geen spanning meer aanwezig is.
Indien de netspanning afwijkingen vertoont wat betreft spanning, frequentie, curvevorm of
symmetrie, kan dit extra opwarming veroorzaken.
Dit beïnvloedt de elektromagnetische compatibiliteit.
Vóór aanvang van de werkzaamheden een veilige verbinding van de beveiligingsgeleider tot
stand brengen.
30
Zelfventilerende motor met rem
Motor met externe ventilatie, rem en roterende encoder
GEVAAR
SIMOGEAR 2332 - Veilige rem
Bedieningshandleiding, 11/2021, A5E51587825A/RS-AA