Afdrukken met de handinvoer aan de voor- of achterkant
Als u één of slechts enkele foto's, enveloppen of vellen papier afdrukt, kunt u de handinvoer aan de
voorkant gebruiken en uw gewone afdrukmateriaal in de invoerlade laten liggen.
De handinvoer aan de achterkant heeft een rechte papierbaan en is bestemd voor het één voor één
afdrukken van vellen dik papier (maximaal 280 g/m
Zie
Specificaties van ondersteund afdrukmateriaal op pagina 28
formaten afdrukmateriaal die met de handinvoeren kunnen worden gebruikt.
Het afdrukken vanuit de sleuven voor handinvoer verloopt in twee fasen: 1) de software-instellingen
wijzigen en 2) het afdrukmateriaal plaatsen. In de volgende gedeelten worden de procedures voor
deze beide fasen beschreven.
OPMERKING:
achterkant wilt gebruiken om af te drukken, vervangt u de duplexeenheid door het toegangspaneel
aan de achterkant.
De software-instellingen wijzigen
Windows:
1.
Open het printerstuurprogramma (zie
2.
Klik op het tabblad Functies.
3.
Selecteer de optie voor handmatige invoer in de vervolgkeuzelijst Papierbron.
4.
Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
5.
Druk het document af.
Macintosh:
1.
Klik achtereenvolgens op Archief en Pagina-instelling.
2.
Selecteer het papierformaat en klik op OK.
3.
Klik achtereenvolgens op Archief en Print.
4.
Open het paneel Papiertype/kwaliteit.
5.
Klik op het tabblad Papier en selecteer het type afdrukmateriaal en de bron.
6.
Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
50
Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden
Als de optionele duplexeenheid is geïnstalleerd en u de handinvoer aan de
2
) zoals kaarten en fotopapier.
voor informatie over de soorten en
Een document afdrukken op pagina
49).
NLWW