OPMERKING:
nieuwste besturingssysteem als de server. Als u bijvoorbeeld en computer hebt waarop
Windows 2000 wordt uitgevoerd, en een andere computer met een oudere versie van Windows,
gebruikt u de computer met Windows 2000 als de server.
Gebruik deze configuratie alleen in kleine groepen of wanneer de printer niet veel wordt gebruikt. De
computer waarop de printer is aangesloten kan vertraging vertonen wanneer veel gebruikers op de
printer afdrukken.
1.
Klik vanaf het bureaublad van Windows op Start, kies Instellingen en klik op Printers of
Printers en fax-apparaten.
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer, klik op Eigenschappen en klik op
het tabblad Delen.
3.
Klik op de optie voor het delen van de printer en geef de printer een naam voor het delen.
4.
Als u de printer deelt met clientcomputers waarop andere Windows-versies worden gebruikt,
kunt u op Extra stuurprogramma's klikken om de stuurprogramma's voor deze versies te
installeren ten behoeve van de gebruikers van deze computers. Voor deze optionele stap moet
de Starter CD in het cd-rom-station worden geplaatst.
NLWW
Bij het delen van een lokaal aangesloten printer, gebruikt u de computer met het
De printer configureren (Windows)
11