Inktpatronen plaatsen
Gebruik alleen vervangende patronen met hetzelfde patroonnummer als de patroon die u vervangt.
Zie
Ondersteunde inktpatronen op pagina
Een inktpatroon installeren of vervangen
1.
Zet de printer aan, open de bovenklep en til de printervergrendeling omhoog.
VOORZICHTIG:
schuiven. De inktpatroonwagen moet zich aan de rechterzijde van de printer bevinden voordat u
begint met het verwijderen of installeren van inktpatronen.
2.
Als u een inktpatroon wilt vervangen, pakt u de geïnstalleerde inktpatroon vast en schuift u
deze uit de houder. Controleer of de symbolen op de nieuwe patroon overeenkomen met die op
de vergrendeling als u er zeker van wilt zijn dat u de nieuwe patroon op de juiste manier
installeert.
3.
Als u een nieuwe inktpatroon wilt installeren, neemt u de inktpatroon uit de verpakking en
verwijdert u de transparante beschermingstape van de spuitgaatjes door aan het roze lipje te
trekken.
VOORZICHTIG:
voorkomen, mag u de inktsproeiers of koperen contacten van de inktpatronen niet aanraken en
de koperen strips niet verwijderen.
20
Hoofdstuk 3 Gebruik van inktpatronen en accessoires
19.
De inktpatroonwagen zou automatisch naar de juiste plaats moeten
Om verstoppingen, inktstoringen of slechte elektrische verbindingen te
NLWW