4
Materiaal invoeren
4.3
Transferfolie invoeren
Afbeelding 12
!
Attentie!
Gevaar voor fouten door verkeerde kleurtoewijzing.
Stem de programmering en de toewijzing van de foliekleuren aan de printeenheden op elkaar af.
Gebruik de printeenheid bij de peelerrand (7) voor de hoofdkleur (doorgaans zwart) en de andere print-
eenheid voor de extra kleur.
i
Aanwijzing!
De printeenheid voor de extra kleur is uitgerust met automatische foliebesparing. Zo kan bij langere
gebieden waar geen informatie in de toegewezen kleur moet worden afgedrukt, de printkop tijdens de etiket-
toevoer worden opgetild en het folietransport worden onderdrukt.
Het invoeren van de transferfolie gebeurt bij beide printeenheden op dezelfde manier:
1. Vóór het invoeren van de transferfolie de printkop reinigen ( 6.3 op pagina 23).
2. Draai de hendel (6) tegen de klok in om de printkop omhoog te brengen.
3. Schuif de transferfolierol (3) zo op de afwikkelaar (4) dat de kleurlaag van de folie na het invoeren aan de zijde ligt
die van de printkop af is gericht.
4. Houd de afwikkelaar (4) vast en draai de draaiknop (5) tegen de klok in totdat de rol is gefixeerd.
5. Schuif een geschikte kern (1) op de transferfolieopwikkelaar (2) en fixeer deze op dezelfde wijze als de folierol.
6. Leid de transferfolie zoals weergegeven in Afbeelding 13 door het printmechanisme. De stippellijn is van
toepassing op folies met naar buiten gewikkelde kleurlaagzijde.
7. Fixeer het begin van de transferfolie met een kleefstrip op de transferfoliekern (1).
Let erop dat de draairichting van de transferfolieopwikkelaar tegen de klok in gaat.
8. Draai de transferfolieopwikkelaar (2) tegen de klok in om de transferfolieloop glad te maken.
9. Draai de hendel (6) met de klok mee om de printkop te vergrendelen.
Transferfolie invoeren
Afbeelding 13
Transferfolieloop
19