Component
Spuitpistool
1. Richt het pistool in de spuitcabine en spoel het spuitpistool.
(dagelijks)
2. Zet het persluchtsysteem en de elektrische voeding uit.
3. Haal de adapter los van de poederslang en blaas het poederkanaal in het
spuitpistool door.
4. Haal de poederslang los van de pomp. Plaats de pistoolzijde van de slang binnenin
de spuitcabine en blaas de slang door vanaf de pompzijde.
5. Verwijder de spuitmond en de elektrode-eenheid en reinig ze met perslucht op lage
druk en een schone doek. Als u sporen van inslagversmelting aantreft op de
spuitmondonderdelen, hanteer dan de procedure Aanbevolen reinigingswijze voor
onderdelen in poederkanaal op pagina 4‐12 om deze te verwijderen. Controleer de
onderdelen op slijtage en vervang ze eventueel.
6. Blaas het pistool schoon en veeg af met een schone doek.
Aanzuigbuis
Haal de fluïdisatieluchtslang los. Trek de aanzuigbuis uit de poederdoos en verplaats
voor
deze naar de cabine. Blaas poeder van alle uit- en inwendige vlakken met perslucht
trildoosvoeding
onder lage druk.
(dagelijks)
Besturing
Blaas de dolly en de besturing schoon met een persluchtpistool. Veeg poeder van de
(dagelijks)
besturingskast met een schone doek.
Filter
Controleer het systeemluchtfilter. Tap het filter af en vervang het filterelement
luchtsysteem
eventueel. Raadpleeg Onderdelen voor het onderdeelnummer van het vervangende
(periodiek)
filterelement.
Aarding van
Dagelijks: Controleer voordat u poeder verspuit of het systeem deugdelijk is
systeem
aangesloten op een rechtstreeks aardingspunt.
Periodiek: Controleer alle aardverbindingen van het systeem grondig.
E 2011 Nordson Corporation
Werkzaamheden
4‐13
Gebruik
P/N 7169779_02