n
Verstuiverluchtdruk veranderen.
n
Druk van het spuitmedium veranderen.
n
Andere mondstukgrootte kiezen.
Ä Hoofdstuk 7.5 „Naaldslag instellen" op pagina 24).
n
Naaldslag (
Te hoge luchtdruk leidt niet alleen tot onnodig hoog luchtverbruik en te sterke verneveling van
het spuitmedium. Aanbevolen wordt om het spuitbeeld eerst in te stellen door variëren van de
lucht- en spuitmediumdruk. Als hierbij geen bevredigende resultaten worden behaald, moet
met andere mondstukgroottes worden geëxperimenteerd.
7.5
Naaldslag instellen
Afb. 5: Naaldslag instellen
Naaldslag door draaien aan de naadslagafstelschroef ( Afb. 5/1) instellen.
7.6
Stilleggen
7.6.1 Kortdurend stilleggen
Spuitproces door het uitschakelen van de stuurlucht beëindigen.
7.6.2 Langdurig stilleggen
1.
Spuitproces door het uitschakelen van de stuurlucht beëindigen.
2.
Materiaaltoevoer sluiten, eventueel materiaaldrukpomp of druktank uitschakelen.
3.
Evt. automatisch spuitapparaat reinigen (
nigen" op pagina 26).
NL–24
Gebruikershandleiding
Ä Hoofdstuk 8.3 „Automatisch spuitapparaat rei-
T-Dok-220-NL-Rev.3
mail@krautzberger.com, www.krautzberger.com