Automatisch spuitapparaat Mikro 3
WAARSCHUWING!
Geluidsdrukniveau
Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden kan de geluidsdruk van het apparaat gehoorbe-
schadigingen tot gevolg hebben.
Tref geschikte maatregelen om de belasting door het aanwezige geluidsdrukniveau te ver-
lagen. De soort en omzetting van de geschikte maatregelen valt onder de verantwoordelijk-
heid van de exploitant en kan afgestemd worden op de plaatselijke omstandigheden.
VOORZICHTIG!
Letselgevaar door perslucht!
Ongecontroleerd ontsnappen van perslucht kan leiden tot zwaar letsel.
Daarom:
–
Persluchtslangen voor de inbedrijfname controleren op beschadigingen en goed vast-
zitten.
–
Persluchtslangen voor de inbedrijfname controleren op juiste aansluiting.
–
Perslucht nooit op levende wezens richten.
1.
Persluchtvoorziening inschakelen.
2.
Evt. pomp of druktank voor spuitmedium inschakelen.
3.
Het automatische spuitapparaat op een testoppervlak richten.
4.
Spuitproces door het inschakelen van de stuurlucht starten.
5.
Spuitbeeld instellen (
6.
Spuitproces door het uitschakelen van de stuurlucht beëindigen.
7.
Het automatische spuitapparaat op werkstuk richten.
8.
Spuitproces door het inschakelen van de stuurlucht starten.
7.4
Spuitbeeld instellen
Er staan verschillende lucht- en materiaalmondstukken in de meest verschillende groottes ter
beschikking. Er zijn 4 verschillende families:
n
Rondstraal – kegelvormige straal voor het mondstuk.
n
Vlakstraal – in de breedte instelbare spuitstraal voor oppervlakvormige taak.
n
Draaistraal – door draai-impuls gedraaide straal, voor moeilijke geometrieën van het werk-
stuk (veel hoeken etc.).
n
Draaistraal met volledige kegel – door draai-impuls gedraaide straal, voor moeilijke geome-
trieën van het werkstuk (veel hoeken etc.).
Het spuitbeeld door de volgende maatregelen instellen:
200-0152 ■ 200-0154 ■ 200-0190
Ä Hoofdstuk 7.4 „Spuitbeeld instellen" op pagina 23).
NEDERLANDS
NL–23